woensdag 13 februari 2008

Geschiedenis van Vietnam in “a nut shell”

Na twee maanden Vietnam, zowel op het platte land, als aan het strand, als op een eiland waar de invloed van de kolonisatie minimaal is geweest, kreeg ik de behoeft om echt iets meer te weten van de geschiedenis van dit land waarvan ik nog veel van wil ontdekken. Ik ben nu alleen nog in het zuiden geweest en ben nu in de “vroegere provincie en deel van Vietnam”, Cambodja. De oorlog in Cambodja staat eigenlijk veel dichter bij de geschiendenis van Vietnam dan ik me ooit had gerealiseerd.

Het stuk is eigenlijk veel langer geworden dan ik wilde, maar na vele keren overlezen, is wat ik nu heb samengevat het minimale wat nodig is om te begrijpen wat er allemaal met Vietnam is gebeurd in de afgelopen eeuwen….
Mijn bronnen voor mijn verhaal zijn voornamelijk het internet en de Lonely Planet. Het gaat immers om een opsomming van feiten.

Kijk maar wat je interessant vind om te lezen. Vietnam is prachtig en interessant!

Jarenlange vasthoudendheid en drang naar onafhankelijkheid
Vietnam staat bekend om zijn “US war” , maar over een langere periode bekeken is oorlog helemaal geen vreemde zaak voor de Vietnamezen.
Vietnam was eeuwenlang in oorlog met de Mongolen, de Chams, Chinezen, Laos en de Kmer. Vietnam werd vaak aangevallen, maar is zelf zeker geen “lieverdje”, de drang naar onafhankelijkheid staat centraal in de geschiedenis!

Als politici in Washington zich ten tijde van de terugname van de onafhankelijkheid van Vietnam door de Fransen wellicht goed hadden verdiept in de lange termijn geschiedenis van Vietnam, hadden zij misschien wel nooit hun hoofd in de Vietnamese hardnekkige strop gestoken?

Huidige situatie
Vietnam heeft meer dan 78 miljoen inwoners die zich verdelen over meer dan 50 etnische groepen. De bewoners van Vietnam onderscheiden zich door zowel taal als religie. Door de noodzaak om samen te wonen hebben al deze gemeenschappen uiteindelijk elkaar zo beïnvloed dat zij een verrassende en opmerkelijke samenleving hebben gevormd. De Vietnamezen of Kinh, die meer dan 80% van de bevolking uitmaken, zijn verdeeld over de delta’s van de grote rivieren en langs de kust. De overige etnische minderheidsgroepen bevolken de hogere gebergten in het noorden en de plateaus in het centrum

Préhistoire : Voorhistorie
• 200 a 111 voor Christus : Koninklijke Van Lang en Nam Ria
• 111 voor Christus tot 937 na .Christus. : Chinese overheersing

Nationale onafhankelijkheid en féodale dynastie
• 937-967 : Dynastie van de Ngo
• 968-980 : Dynastie van de Dinh.
• 980-1009: Dynastie van de Lë antérieurs .
• 1225-1400 : Dynastie van de Ly.
• 1400-1407 : Dynastie van de Tran
• 1407-1776 : Dynastie van de Lë posterieurs
• 1776-1792 : Dynastie van de Tay Son
• 1792-1945 : Dynastie van de Nguyen

Franse Interventie
• 1858 : Ontscheping van de Fransen in Danang
• 1867 : Kolonisatie van Cochinchine door de Fransen
• 1883 : Annam e il Tonchino onder Frans protectoraat
• 1945 : Terugname van de onafhankelijkheid en het in beweging brengen de Indochine oorlog , een jaar later
• 1954 : Zege van Dien Bien Phu

Tussenkomst van de Amerikanen
• 1956 : Amerikaanse tussenkomst met de installatie van een regering zonder verkiezing
• 1968 : Groot offensief van de Tet en de start den de Conférentie van Parijs
• 1973 : Terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Vietnam
• 1975 : 30/4: Inname van Saigon door de Viet Cong
• 1986 Toepassing van de politiek van Vernieuwing
• 1994 : Einde van het Amerikaanse Embargo

De Geschiedenis
De geschiedenis van Vietnam gaat terug tot voor onze jaartelling. Een van de eerste Vietnamese staten is Dai Viet Quoc (Groot Viet Land/Rijk). Het woord Viet is hierin een verwijzing naar het volk, maar het land had verschillende locaties in hedendaags China en Vietnam. Vietnam was de grootste tijd van zijn bestaan een provincie van keizerlijk China. In sommige periodes was het rijk volledig onafhankelijk. Deze Chinese invloed is terug te vinden in de taal, de cultuur, de regeringsstructuur en de structuur van het keizerschap. Deze zijn allemaal gebaseerd op de leer van Confucius. De taal, het Vietnamees, werd geschreven in Chinese karakters totdat enkele westerlingen het Quoc ngu introduceerden. De naam, Dai Viet Quoc, was officieel erkend door de Chinese keizer.

Tijdens de opkomst van het Christelijke tijdperk begonnen de mensen in zuidoost Azië, waar de beschaving zich net begon te ontwikkelen, contacten te krijgen met de hoog ontwikkelde beschavingen van India. Door een proces dat door de geschiedkundigen "Indianisatie" genoemd wordt, begonnen elementen van de beschaving zich door handelscontacten onder de leergierige en groeiende bevolking te verspreiden. In deze culturele osmose waren ook facetten over het koningschap opgenomen, afgeleid van Hindoe en Boeddhistische filosofieën, die hielpen om de plaatselijke koninkrijkjes op te richten. Een van de grootste profiteurs van de Indianisatie was het Koninkrijk van Funan, Angkor's vroegste rijk (een Indisch/Cambodjaans regime).
Centraal in de Mekong Delta, meest zuidelijke deel van Vietnam, en waarschijnlijk bewoond door mensen van de Mon-Khmer groep, denkt men dat Funan in de eerste eeuw na Christus werd gesticht. Bewijzen hiervan zijn zorgvuldig onderzocht en het enige daadwerkelijke bewijs bevindt zich in Chinese geschriften. Het eerste geschrift dat Funan noemt werd in de tweede eeuw gedateerd.
Het bereik van Funan's macht is onduidelijk. Opgravingen bij O-Keo (waarvan men denkt dat het de belangrijkste havenstad en tevens hoofdstad was van het koninkrijk) suggereren dat het hier een zeevarend volk betrof dat betrokken was bij uitgebreide handelsbetrekkingen. Ook zijn op luchtfoto's uit 1930 honderden Funanese nederzettingen en oude irrigatiekanalen ontdekt.
Vanuit cultureel en sociaal oogpunt bekeken lag het belang van Funan hoofdzakelijk op het gebied van een uitgebreid irrigatie- en drainagesysteem. Hierdoor werd een belangrijk deel van de Mekong Delta veranderd van moerasland in een productief landbouwgebied. Dit was een prestatie van belang en een voorbeeld voor anderen. Ook vertellen opgravingen in de Mekong Delta dat de de bewoners van Funan handel dreven met China, Indonesie, Persie en zelfs Mediterane landen.

In 1010 vestigde de eerste onafhankelijke keizer van de Ly dynastie zich in Thang Long (het hedendaagse Hanoi). De 1000 jaar was Vietnam een wisseling tussen onafhankelijkheid, een Chinese provincie of accepteerde Chinese heerschappij. In 1471, na een langzame expansie naar het zuiden van hedendaags Vietnam, veroverde een leger van de Ly dynastie de belangrijkste gebieden van het koninkrijk Champa rond het huidige Da Nang. Hierdoor werd Champa gereduceerd tot enkele gebieden rond Nha Trang en uiteindelijk in 1822 volledig door Vietnam geannexeerd.

In 1477 raakte Vietnam verstrikt in een oorlog met Lan Xang in Laos. De Vietnamese keizer had gevraagd om haren van een witte olifant, die de koning van Lan Xang, Sao Tia Kaphat had. In plaats van haren stuurde de koning echter de uitwerpselen van de olifant. De Vietnamese troepen slaagden er uiteindelijk in om de hoofdstad Luang Prabang te veroveren maar werden uiteindelijk verdreven door een leger onder leiding van prins Souvanna Banlang en vernietigend verslagen. Hierna raakte keizer Chinh Hoa rond1690 betrokken bij een opvolgingsconflict in Lan Xang. Hij steunde prins Sai Setthathirat II met een leger en hielp hem op de troon. Dit leidde echter tot het uiteenvallen van Lan Xang.

In deze periode werden de Khmer (Cambodja) langzaam verdreven uit het zuiden van Vietnam. Zo dwong een Vietnamese koningin de Cambodjaanse koning Chettha II in 1620 om Vietnamezen toe te laten in de stad Prey Nokor, het hedendaagse Ho Chi Minh (Saigon). Dit proces werd tegen het einde van de 18e eeuw voltooid. Er bleven hierdoor vele Khmer achter in het zuiden van Vietnam - zij worden ook wel de Khmer Krom genoemd.

Gedurdene de middeleeuwen, in 1535 stichtte de Portugees Antonio de Faria de eerste handelsnederzetting in Vietnam bij Faifo (tegenwoordig Hoi An), iets ten zuiden van Da Nang. In het midden van de 17e eeuw heerste er een burgeroorlog in Vietnam tussen de Trinh-familie in het noorden en de Nguyen-familie in het zuiden. De Europeanen profiteerden hiervan door aan beide zijden wapens te verkopen. Tegen het einde van de 17e eeuw staakten de Nederlandse, Engelse en Franse handelaren de handel met Vietnam omdat er weinig te verdienen viel en de Vietnamezen, anders dan andere volkeren in Azië, niet zonder meer onderworpen konden worden. Alleen de Portugezen bleven in hun oude nederzetting bij Faifo achter. Het conflict werd uiteindelijk gewonnen door de Trinh- lords omdat de Portugese wapens niet geen competitie waren voor de door Nederland geleverde wapens aan de Nguyen-familie.
De missionarissen waren succesvoller, ze slaagden erin tienduizenden Vietnamezen om uiteenlopende redenen te bekeren. De Vietnamese keizers zagen dit met argusogen aan en bij tijd en wijle werden de christenen vervolgd, dan weer getolereerd.

Aan het einde van de 18e eeuw in 1772 begon de Tay Son-rebellie tegen de heerschappij van de Le-dynastie. Deze opstand mislukte uiteindelijk en leidde tot de komst van de eerste keizer van de Nguyen familie, Gia Long. (Note: er zijn vele Nguyens in Vietnam tot op de dag van vandaag. Er is dus een duidelijk verschil tussen de Nguyen-familie hierboven beschreven en de nieuwe keizer Gia Long). Hij werd geholpen bij het terugwinnen van de macht door de Franse priester Pierre Pigneau de Behaine. Mede hierdoor werd de Franse interesse in Vietnam verder aangewakkerd. De vervolging van Franse missionarissen door keizer Tu Duc was voor de Fransen de directe aanleiding om op 5 juni 1862 Cochin China over te nemen als kolonie.

Ondertussen was Vietnam twee keer van naam veranderd; in 1804 in Viet Nam Quoc (Vietzuidland/rijk) en op 15 februari 1839 in Dai Nam Quoc (Groot zuidland/rijk). De laatste verandering was overigens zonder toestemming van de Chinese keizer.

Op 25 augustus 1883 werden de twee andere delen van het land, Annam en Tonkin, protectoraten van Frankrijk. De Fransen schaften het gebruik van de naam Vietnam volledig af in alle documenten. De inwoners van Cochin China, Annam en Tonkin werden vanaf dat moment door de Fransen Annamieten genoemd. Vervolgens werd op 17 oktober 1887 de Unie van Indochina gevormd, behalve Cochin China, Annam en Tonkin waren ook Cambodja en Laos een onderdeel van deze unie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog behoort het gebied tot Vichy-Frankrijk(Note: Het Vichy-regime vormde de regering in Frankrijk gedurende de periode 1940-1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze tijdelijke regering, die onder leiding stond van maarschalk Philippe Pétain, en zich État français noemde, zetelde in de stad Vichy en bestuurde het zuidoostelijk deel van Frankrijk. Het regime werd berucht vanwege zijn collaboratie met de Duitse nazi's en de Italiaanse fascisten). In deze situatie ontstaat in 1941 een verzetscoalitie van communisten en nationalisten die strijdt tegen de kolonisator: de Vietminh.

Japan 'bevrijdt' Indochina, maar laat het koloniale bestuur zitten vanwege de lange bestuurlijke ervaring. Van 9 maart 1945 tot 15 augustus 1945 wordt het gebied alsnog volledig bezet, en op 12 juni 1945 laat Japan keizer Bao Dai het Vietnamese keizerrijk uitroepen. Dit duurt maar kort. Op 30 augustus 1945 komt met de komst van de geallieerden een einde aan het keizerrijk.

De geallieerden zijn echter onderling verdeeld over de vraag wat er met Indochina moet gebeuren. Generaal de Gaulle geeft al in januari 1944, op de Conferentie van Vrije Fransen te Brazzaville aan dat dit geen optie is: zelfs autonomie moet "tot in de verre toekomst worden uitgesloten". (note: een bijzondere houding nadat de Fransen zelf net 5 jaar bezet waren door de Duitsers)
De Amerikaanse president Roosevelt daarentegen vindt dat de koloniale situatie beëindigd moet worden, hoewel hij niet voor onafhankelijkheid is. In plaats van daarvan stelt hij een 'trustpact' voor tussen Indochina en derde land. Roosevelt raakt echter in conflict met Churchill over Brits-Indië, en wil er niet in nog zo'n conflict raken met de Gaulle. Als het einde van zijn leven nadert, stelt hij de kwestie uit, zonder instructies voor zijn opvolger Truman achter te laten.

Begonnen als een katholieke missiepost in de 18de eeuw, hadden de Fransen in de loop van de 19de eeuw hun invloedsfeer in het door hen genoemde “Union Indochinoise" flink uitgebreid. Dit Indochina bestond uit het huidige Laos, Cambodja en Vietnam. De Vietnamezen hadden hiervoor lange tijd gevochten om onafhankelijk te zijn van de Chinese cultuur maar zagen zich nu steeds meer onder Franse juk komen. Hoewel zij uiteindelijk deze heerschappij accepteerden bleef er onderin altijd de wens bestaan om toch onafhankelijk te worden.

Deze wens werd in de jaren "20 en "30 van de twintigste eeuw vormgegeven door een groep Vietnamese nationalisten. De bekendste van deze nationalisten was Ho Chi Minh, die in Parijs gestudeerd had en daar ook één van de medeoprichters was geweest van de Franse communistische partij. Later werkte hij ook voor de Chinese communisten.
De Fransen konden hun positie in Vietnam tot maart 1945 behouden. Dit kwam , zoals ik hierboven al beschreef, door de afspraak die gemaakt was tussen Vichy-Frankrijk en Japan waarin stond dat Japan niet aan de Franse koloniën mocht komen in Zuidoost Azië. Maar in maart 1945, toen Frankrijk in handen kwam van De Gaulle, viel Japan alsnog de Franse kolonie binnen. Toen Japan enige maanden later capituleerde had Frankrijk niet genoeg middelen om haar heerschappij over het gebied te herstellen. Het noorden werd dan ook al gauw door de Chinezen bezet, terwijl de Engelsen het zuiden bezetten en ontwapenden. In dit machtsvacuüm kon een nationalistisch leger onder leiding van Ho Chi Minh enige invloed verwerven in het gebied. Alhoewel Ho Chi Minh in eerste instantie gesteund werd door de Fransen in Vietnam en deze ook afspraken maakten over een verdere onafhankelijkheid van het gebied, werd deze later tegengewerkt toen de Franse regering weigerde om die afspraak te bekrachtigen en het hele gebied zelf weer onder controle wilde krijgen (uit economisch oogpunt en wellicht controversieel omdat Frankrijk zelf hard had geleden onder het Duitse juk gedurende 40-45). Dit resulteerde in een guerrilla, waarbij de Vietnamese nationalisten (de Viet Minh) het opnamen tegen de Franse troepen.

Er wordt over het algemeen aangenomen dat de Vietnamoorlog begonnen is met het bombardement van de havenstad Haiphong (Tonkin) op 23 november 1946 door Franse oorlogsschepen. In december 1946 trekken de Vietminh onder leiding van Ho Chi Minh zich terug vanuit Hanoi. De VS steunden Frankrijk in het geheim. Immers, de Vietminh, de bevrijdingsbeweging voor Vietnam onder leiding van Ho Chi Minh, stonden in het geheim onder communistische leiding. Een tweede reden was dat Frankrijk een belangrijke bondgenoot was van de VS in de Koude Oorlog.

De Franse troepen hadden al gauw de grootste steden weer in haar macht maar bleef tegen Vietnamees verzet aan hikken. Vooral op het platteland leken de kansen vaak in het voordeel van de Viet Minh troepen kwamen te liggen. Vooral na 1949, toen China communistisch werd en wapens en andere steun ging bieden aan de Viet Minh. De Fransen verloren op deze wijze rond 1950 hun positie in het noorden van Vietnam en alleen door matige steun van de V.S. konden zij de Vietnamezen enigszins tegenhouden. In de loop van de maanden groeide de oorlog steeds meer uit tot een patstelling.

De grote ommekeer voor de Fransen kwam tussen december 1953 en maart 1954. De Fransen meenden dat Dien Bien Phu van enorm belang was voor de toevoer van materiaal aan de Viet Minh en besloten deze plaats te veroveren. Dit deden zij dan ook op succesvolle wijze in december 1953 door middel van paratroopers (lees: "The Quiet American" 1958). De oorlog leek gunstig uit te pakken voor de Fransen. Totdat in maart 1954 de Viet Minh de plaats terug veroverden. Ditmaal bleek de Viet Minh te sterk voor de Franse soldaten en viel Dien Bien Phu. Dit was een zeer bloedige- en tevens de genadeslag voor de Fransen. De Amerikanen, die de Fransen hadden kunnen helpen, weigerden dit en zo raakte Frankrijk haar kolonie kwijt. Het had meer dan 94.000 Franse militairen het leven gekost, terwijl er minstens 400.000 Viet Minh en burgers waren gedood.

Vier maanden later volgden de vredesbesprekingen in Genevé en werd besloten Vietnam (mede op aandringen van de V.S.) op te delen in een noordelijke en zuidelijke zone, met als scheidingslijn de 17de breedtegraad, de bekende demilitairisatie zone. De eerste bepaling hield in dat Frankrijk en Zuid-Vietnam hun troepen uit Noord-Vietnam terugtrokken. De Vietminh moest aanzienlijke delen in het zuiden verlaten. Er vertrokken zo'n 130.000 Vietminhstrijders en hun familieleden naar Noord-Vietnam om daar een communistische staat op te bouwen. Noord-Vietnam wilde een zo snel mogelijk een hereniging met Zuid-Vietnam. Hoofdstad van Noord-Vietnam werd Hanoi. In omgekeerde richting vertrokken bijna een miljoen Noord-Vietnamezen naar Zuid-Vietnam, alwaar een autoritair regime tot stand kwam, gericht op de westerse wereld en gesteund door de Verenigde Staten. (Deze stroom vluchtelingen van noord naar zuid en anders om wordt ook wel de "eerste" van de twee grote stromingen vluchtelingen genoemd, over de tweede lees je verderop meer). De Verenigde Staten wilden geen snelle samenvoeging van beide landen, omdat ze vreesden dat dan ook het zuiden communistisch zou worden. Hoofdstad van Zuid-Vietnam werd Saigon (nu Ho Chi Min City).
De regering van Noord Vietnam, gezeteld in de hoofdstad Hanoi, met als leider Ho Chi Minh, wilde de eenheid tussen Noord en Zuid Vietnam herstellen. Dit werd echter tegen gehouden door de president van Zuid Vietnam Ngo Dinh Diem, die zoals ik eerder beschreef, aanvankelijk gesteund werd door de VS. De Verenigde Staten steunden Ngo Dinh Diem (1901-1963), de dictator van de Republiek Vietnam (Zuid-Vietnam), in de hoop een levensvatbaar, liberaal Zuid-Vietnam te creëren. Er werd een coalitie gevormd met Zuid-Korea (financieel en militair gesteund door de VS), Thailand, Australië, Nieuw-Zeeland en de Filipijnen, om zo tegen het communistische Noord-Vietnam te strijden. Opmerkelijk deden het Verenigd Koninkrijk en Canada niet mee aan de oorlog, hoewel zij wel samen met de VS de Koude Oorlog voerden.

Voor de Vietminh was de verdeling ongunstig. Ze moest alle gebieden in Zuid-Vietnam opgeven. Ze stemden in met de akkoorden omdat ze verwachtten de nationale verkiezingen in 1956, die werden beloofd door de Geneefse Akkoorden, te zullen winnen. Ook de Amerikaanse regering vermoedde dat bij eerlijke verkiezingen de communistische Ho Chi Minh de verkiezingen zou winnen. Dit zou voor de Verenigde Staten een behoorlijk gezichtsverlies opleveren. Daarnaast wilden de Amerikanen een buffer tegen in de regio oprukkende communisme.

Daarop besloten de Verenigde Staten en Zuid-Vietnam de nationale verkiezingen in Vietnam tegen te houden. Als officiële reden daarvoor gaven zij op dat in Noord-Vietnam onmogelijk eerlijke verkiezingen gehouden konden worden. Ook andere communistische staten besloten om niet op de verkiezingen aan te dringen. Voor de Sovjet-Unie was de situatie in Vietnam het niet waard de relatie met de Verenigde Staten op scherp te stellen. China had geen haast met de vereniging van Vietnam. China vreesde een verdere expansie van Vietnam bij een communistische overwinning richting Laos en Cambodja.

In 1960 werd het Nationaal Bevrijdingsfront voor Zuid-Vietnam opgericht (ook onder de Viet Cong bekend, ofwel door de US soldaten “Charlie” genoemd tijdens de US-war). Deze begonnen een guerilla tegen het bewind van president Diem. In 1964 werden president Diem en zijn broer vermoord. Hij werd opgevolgd door een marionet van Amerika, president Thieu. In 1965 werden door de VS grondtroepen gestuurd om de guerilla van de Viet Cong tegen te gaan. In vier jaar tijd werd het aantal manschappen opgevoerd tot 540.000 man.

Onder de regering-Kennedy (1960-1963) en -Johnson (1963-1968) werd de Amerikaanse hulp voortdurend opgevoerd, tot er zich 543.400 Amerikaanse soldaten bevonden in Vietnam (in april 1969). Ondanks grootscheepse bombardementen en gebruik van chemische wapens (zoals het ontbladeringsmiddel Agent Orange) wisten de Zuid-Vietnamese en Amerikaanse troepen de op het platteland zeer populaire Vietcong niet onder controle te krijgen. Na het Tet-offensief (Tet is de Chinese viering van het nieuwe jaar) in 1968 besloot de regering-Nixon (1969-1974) onder druk van de publieke opinie tot geleidelijke terugtrekking van de Amerikaanse troepen. Deze geleidelijke terugtrekking was ook het gevolg van een toenemende demotivatie onder de soldaten van het Amerikaanse leger die het gevoel hadden dat de Zuid-Vietnamezen het vechten aan de Amerikanen overlieten.

Op 27 januari 1973 werden de Parijse Akkoorden ondertekend. Deze akkoorden bepaalden dat Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam door middel van vrije verkiezingen herenigd zouden worden en dat de Amerikaanse troepen binnen 60 dagen het land uit moesten. De Noord-Vietnamese troepen mochten in Zuid-Vietnam blijven. De Parijse Akkoorden verschilden nauwelijks van de Akkoorden van Genève van 1954. De Verenigde Staten trokken zich snel terug omdat het Congres de geldkraan had dichtgedraaid. Het Zuid-Vietnamese bewind van Nguyen Van Thieu (1924 - 2001) werd vervolgens door Noord-Vietnam onder de voet gelopen, Generaal Giap had de leiding over deze aanval.

Giap was een succesvolle generaal die ook het brein was achter de veldslag van Dien Bien Phu en het Tet-offensief. Deze keer koos hij voor een simpele tactiek. De slag om Saigon op 30 april 1975 won Giap dan ook 'gewoon' door op te rukken met Sovjettanks. De Amerikanen probeerden nog te redden wat er te redden was; vanuit de Amerikaanse ambassade werden noodvluchten gearrangeerd om hun personeel en belangrijke vertegenwoordigers te redden. Er was echter zoveel materieel aanwezig dat dat niet allemaal tegelijk verscheept kon worden. Om te voorkomen dat technisch materieel in handen van de Noord-Vietnamezen viel, werden vliegtuigen en helikopters van vliegdekschepen in zee geloosd.

De Vietnamese regering begon meteen met een politiek van zuiveringen, waarbij "collaborateurs", ex-overheidsfunctionarissen en katholieken het moesten ontgelden. Vanaf december 1978 vluchtten vele Vietnamezen in bootjes naar andere landen (de "tweede" grote stroom ookwel bootvluchtelingen genoemd). Reeds in 1974 en 1975 waren vele Zuid-Vietnamezen al gevlucht. Zo komt ook een grote groep Vietnamezen naar Nederland. Door de boycot en de chaos in het land heerste er eind jaren '70 en begin jaren '80 grote armoede.

In eerste instantie weigert de regering van de Verenigde Staten de nieuwe staat te erkennen en stelt samen met andere Westerse landen een boycot in. Echter, in januari van 1977, beginnen de Verenigde Staten via afgezant Richard Holbrooke gesprekken met de Vietnamese regering om het land te erkennen. In juni van 1978 wordt Vietnam lid van de Comecon en in november van dat jaar sluit Vietnam een vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie, wat door China als een bedreiging wordt gezien.

Op 25 december 1978 valt Vietnam Cambodja binnen. In dat land zijn de Rode Khmer aan de macht, die verscheidene malen Vietnam hebben aangevallen om het oude Khmergebied Kampuchea Krom te heroveren. Bij deze invallen op Vietnamees grondgebied worden hele dorpen door de Kmers uitgemoord. Vietnam bezet in 1979 geheel Cambodja en stelt een regering aan om Cambodja te besturen. Dit blijkt achteraf een cruciale fout te zijn die Vietnam op lange termijn veel schade berokkent omdat het land hierdoor wederom betrokken raakt in een langdurige guerrilla oorlog. Daarnaast is de oorlog nu nog steeds niet voorbij en er moet nu bovendien een miljarden verslindend leger op de been worden gehouden.

De Vietnamese vriendschap met de USSR en de bezetting van Cambodja waren zowel de Verenigde Staten als voor China een doorn in het oog. Waar Amerikanen zijn bang voor een Sovjet-dominantie over Zuidoost-Azië, voelen de Chinezen zich bedreigd, tekortgedaan en omsingeld. In februari van 1979 valt China, volgens sommige bronnen met Amerikaanse goedkeuring, Vietnam binnen. Dit zal echter maar van zeer korte duur zijn. De aanvallen drijven de Vietnamezen terug maar er volgt geen doorbraak. De Vietnamezen organiseren snel versterking in het noorden en zo sluit China versneld vrede. Zowel China als Vietnam claimen nog steeds deze oorlog te hebben gewonnen.

Door de boycot van het westen, de moeilijkheden in Cambodja en een mislukte collectivisatie van de boerderijen breekt er in 1985 hongersnood uit in Vietnam. In december 1986 besluit de communistische partij van Vietnam onder leiding van Nguyen Van Linh tot economische hervormingen om het land te redden van de economische malaise.

Michail Gorbatsjov besluit in 1989 om de steun aan Vietnam drastisch te verminderen. Mede hierdoor besluit Vietnam in september van dat jaar om zich volledig uit Cambodja terug te trekken. In 1991 besluit de Sovjet-Unie om alle steun aan Vietnam te stoppen en vanaf dat moment goederen alleen te verhandelen tegen op de wereldmarkt geldende prijzen. In februari van datzelfde jaar besluiten de Verenigde Staten en Vietnam om een "tijdelijk" kantoor in Hanoi te openen om gezamenlijk te zoeken naar vermiste Amerikanen in het land.

In 1992 staat de Amerikaanse regering het Amerikaanse bedrijven voor het eerst sinds de Vietnamoorlog toe om kantoren te openen voor het doen van onderzoek naar mogelijkheden voor handel met Vietnam. Dit besluit werd mede genomen omdat vanuit verscheidene Europese landen al handel werd gedreven met Vietnam. In 1993 verklaart de Amerikaanse president Bill Clinton dat de Verenigde Staten niet langer buitenlandse hulp aan Vietnam zullen tegenhouden. Vrijwel onmiddellijk geven de Aziatische ontwikkelingsbank en de Wereldbank een lening van 304 miljoen US dollar. Op 3 februari 1994 heft Bill Clinton ook het handelsembargo op en uiteindelijk op 11 juli 1995 herstellen de Verenigde Staten alle diplomatieke betrekkingen met Vietnam.

De kettingreactie van oorlogen in de 20e eeuw heeft in Vietnam onvoorstelbaar veel leed veroorzaakt. Er zijn meer dan drie keer zoveel bommen op Vietnam gegooid vergeleken met de tweede wereldoorlog op Europa.

Na de oorlog had het nieuwe Vietnam een grote staatsschuld aan China en de voormalige Sovjet-Uni. Deze schuld wordt tot op de dag van vandaag afbetaald. Vietnam is een van de grootste rijstproducenten ter wereld en tegelijkertijd een van de armste landen ter wereld.

De Vietnamoorlog heeft aan circa 2,5 miljoen Vietnamezen het leven gekost en grootscheepse schade toegebracht aan het land. Vietnamezen raakten op gruwelijke wijze verwond door onder andere het gebruik van chemische wapens (zoals Agent Orange) en napalm. Daarbij komt dat nakomelingen van de Vietnamezen, die in de met chemische wapens bestookte gebieden leefden nog (klein-)kinderen krijgen, die lichamelijk gehandicapt worden geboren. De chemische middelen hebben het DNA van de bevolking aangetast. Sommige delen van het land zijn vandaag de dag nog onbruikbaar vanwege de chemische wapens die in de grond zitten en overal liggen nog delen van vliegtuigen, helikopters, tanks en blindgangers; bommen, granaten en mijnen, die destijds niet afgegaan zijn.

58.226 Amerikanen sneuvelden of raakten vermist. Arlington Cemetery is hier het bewijs van. Amerikaanse oorlogsveteranen uit die oorlog kampen met fysieke en psychische problemen. Lichamelijke problemen zijn niet altijd afkomstig van direct letsel. De Amerikanen, die gewerkt hebben met de chemische middelen als eerder genoemd, kampen met dezelfde problemen als de Vietnamezen, dus ook de daaropvolgende generaties. Geestelijk letsel wordt mede veroorzaakt doordat de teruggekeerde soldaten weliswaar als helden vertrokken, maar niet als helden werden binnengehaald.