woensdag 21 mei 2008

Mijn reis van Noord Vietnam naar Indonesië


Het is alweer ruim een maand geleden dat ik in Sapa, Noord Vietnam aankwam en mijn vorige reisverhaal schreef. Zoals ik jullie al liet weten was dit een hoogtepunt in mijn reis!

Echter, het werd nodig tijd om de pen weer eens ter hand te nemen. Wat is er allemaal in de tussentijd met deze reiziger gebeurd?

Om maar met de deur in huis te vallen, ik ben wederom in een paradijs aangekomen…genaamd Indonesië. Diegene onder jullie die regelmatig mijn verhalen lezen en foto’s bekijken weten dat ik al ettelijke paradijselijke bestemmingen heb bezocht en dat ik ook iedere keer denk dat ik nu wel het summum heb bereikt. Lieve lezer, het blijft maar op me afkomen. Wat een geluksvogel, die Sjoerd. Ik sta iedere ochtend op met een glimlach op mijn gezicht en vraag mij af wat de dag mij te bieden heeft. Soms heb ik een wat houten hoofd, maar dat hoort bij het reizen. Dan is het een dagje lezen onder een palmboom en de “hangover” is bestreden. Al moet ik zeggen dat het drankpijl op een laag niveau staat. Maar je weet nooit waar en tegen wie je oploopt...
Zittend in een rieten stoel onder de balustrade van een oud koloniaal pand (met een ijskoude Bintang Bier) tijdens zonsondergang aan zee in een vergeten badplaatsje genaamd Batu Karas, ben ik een verhaal aan jullie aan het schrijven. Het is lastig om mijn verhaal te continueren omdat de eigenaresse van het etablissement een oude Javaanse oma is die maar al te graag Nederlands met mij spreekt en te pas en te onpas bij me naar binnen loopt, maar het is een schat van een mens. Ik verplaats me dus nu maar even naar binnen in mijn huis en doe de deur dicht, die moet aankomen....”do not disturb”

Batu Karas ligt 35 km van Pangandaran verwijderd. Het is een klein vissersdorpje en wordt gezien als een van de meest “relaxed places” van Java en pretendeert het beste surfstrand van Java te hebben...
Jullie begrijpen het al. Surfen, dat kan ik niet. Dus, vandaag les genomen en ik heb er gelukkig weer een hobby bij. Mijn schouders liggen uit de kom en mijn grote rugspier is overspannen van het peddelen op mijn buik op een longboard, maar ik heb een heerlijke dag in het water achter de rug. Nu is het uitgestorven op straat en strand, de sprinkhanen produceren het o zo tropische zonsondergang geluid en de laatste westerlingen zijn zojuist vertrokken richting de nachtbus naar Jakarta.
Vanochtend vertrok ik vanuit Pangandaran achterop de motor van mijn nieuwe Indonesische vriend, Hendra. Maar voordat ik verder ga met vertellen over Indonesië en wat ik hier allemaal heb meegemaakt, ga ik beginnen waar ik de vorige keer geëindigd ben, Sapa, Noord Vietnam, tegen de Chinese grens.

Op 19 april vierde ik mijn laatste avond Vietnam in Hanoi. Ik wist van mijn eerdere bezoek aan Hanoi een heerlijk straattentje waar je zelf biefstukjes gevuld met garlic kon roosteren op je eigen bloempot gevuld met smeulende kooltjes. Heerlijk en lekker! Met een lokale halve liter is dat natuurlijk volop genieten.
Ongelukkigerwijs was naast mij een groep lawaaierige Amerikanen gearriveerd en bezig om voor mij en de andere gasten de sfeer behoorlijk te bederven door hun slechte, humorloze grappen met “volume maximaal” naar elkaar te schreeuwen.
Totdat op een zeker moment een Vietnamees van een jaar of 60-70 zonder ledematen (die hij in mijn beleving in de Vietnam oorlog had verloren) om een aalmoes vroeg en de meest luidruchtige Amerikaan, die naast mij zat en al drie keer zijn voet op mijn teen had gezet, tussen twee slokken bier de man weg wimpelde met een simpel handgebaar, was voor mij de maat vol. Ik had inmiddels een aantal bier gedronken en het behoorlijk met deze joker gehad. Ik vroeg daarom vrij luid aan hem waarom hij niets gaf aan deze bedelaar. De groep viel stil. De prutser antwoordde dat hij al 5 jaar vrijwilligerswerk in Vietnam deed en waar ik me mee bemoeide? Bleek ik opeens de prutser en toch weer die suffe Nederlander met een mening die op niets gebaseerd was te zijn. Er zat niets anders op... mijn excuses dus maar aangeboden. (maar het bleef alto met lang haar...)
Nadat ik mijn biefstukjes geroosterd en wel had verorberd wandelde ik naar “Mings Jazzclub”. Een heerlijke tent met live Jazz. Prachtige vrouwen (en mannen natuurlijk) op blaasinstrumenten, daar smelt mijn hart van...

Vetrek Vietnam
Zo dat was het dan, met tussenposen verliet ik op 19 april Vietnam. Ik kwam binnen op 12 december 2007 na mijn avonturen in India. Bracht de grootste tijd onder mijn kite door in Mui Ne, waar Hester mij als eerste kwam opzoeken en we een geniale en gezellige tijd samen hadden, waarna goede vrienden Sander en Rachel zich bij ons voegde. Half maart vertrek ik uit Mui Ne naar het zuiden en ik via de Mekong delta Cambodja binnenvoer, Pnomh Penh goed bekeek en de tempels van Angkor in bezocht voor de tweede keer in mijn leven en vervolgens de prachtige berglucht van Noord Vietnam opsnoof en de kunstwerken in de vorm van rijst terrassen aanschouwde... Kortom, bijna vier maanden Vietnam. Wie had dat gedacht toen ik op 7 oktober Nederland verliet....?

Ik bracht een leuke nacht door in Bangkok aan de rand en in het zwambad op het dak van de D&D inn op Koh San Road (hoe je dat schrijft weet ik niet meer). Ontmoette een groep engelse reizigers op doortocht. Ongelofelijk, wat kunnen die drinken. Ik wordt oud denk ik... Nog enigszins onder invloed zocht ik om vijf uur in de morgen een taxi en begon met afdingen. Een vriendelijke glimlach gecombineerd met de vraag of ik überhaupt wel naar de luchthaven wilde was het antwoord van het groepje taxichauffeurs. Ik begreep dat mijn onderhandeling positie niet echt een sterke was op dit tijdstip. Ik was de enige klant en ze waren het roerend met elkaar eens dat ik de hoofdprijs ging betalen...

Maar! Ik was onderweg naar Phuket, Thailand! Phuket zelf is niets als je er naar toe gaat om vakantie te vieren, maar Phuket is de beste plek ter wereld als je na 7 maanden je zusje, Dirk en Tessa daar op het vliegveld gaat ontmoeten. Ongelofelijk wat heb ik daar naar uitgezien. We hadden het zo geregeld dat ik om 08:30 landde en M/D/T om 09:00 hun touch down zouden hebben. Ik wist het zo te regelen dat ik achter customs op ze mocht wachten en wat was dat een heerlijk weerzien!
Het plan was om direct de boot naar Koh Phi Phi te pakken en daar een relaxed resort te vinden om de emigranten (Mariken, Dirk en Tessa die juist die week naar Singapore waren verhuisd) een beetje tot rust te laten komen. Zo gezegd, zo gedaan.
Het Holiday Inn werd verkozen tot meest aantrekkelijk resort en we verbleven onder koninklijke omstandigheden een dag of vijf in het hotel met een prachtig zwembad, gym en hagelwit strand.

Tessa, die inmiddels een aardig woordje in haar eigen taal spreekt (ik versta er geen hout van, maar Mariken en Dirk begrijpen verbazend goed wat ze bedoeld) leerde ik haar dat ik niet Sjoerd was, maar “oom Sjoerd”. Na een paar dagen werd ik omgetoverd in Tessataal tot “Otoerd”.
“Otoerd bad” betekent: wij gaan samen zwemmen. Heel handig: zwembandjes om, muts op en te water. Cognitieve dissonantie toch? Niet zwemmen zonder muts, pakje en bandjes. De drie afspraken om ongevaarlijk te water gaan. Wordt er 1 van de afspraken niet nageleefd, geen zwemmen. Keiharde opvoeding.
Samen “thee zetten”. Dat betekent zo veel mogelijk water uit het zee of het zwembad halen en het bij voorkeur over droge familie leden gooien. “Otoerd bad” en “Thee” deden we dan ook om de haverklap. Er was het grote bad: de zee en het kleine bad, het zwembad. Tessa de waterrat.
Zo verlieten we Koh Phi Phi om naar Singapore te vertrekken waar ik Mariken en Dirk zou helpen opstarten. Verhuizers instrueren, gardners achter hun vodden zitten en met Tessa samen Melina, de maid te leren kennen. Ik kocht televisie’s, Ipod, DVD speler en kopen van elektrische waar kan men goed aan mij overlaten. Ik hou daar van. Tessa en ik installeerde de boel, ze is uitzonderlijk handig met de afstandbediening....

Eenmaal Singapore verkennend met Tessa op mijn schouders langs een stinkend met zwart water gevulde greppel was het weer “Otoerd bad”. De groeten, we hadden de zwembandjes en het mutsje niet eens bij ons.

Na twee weken Singapore, geweldige stad, zo wijds, groen, schoon en vriendelijk, wachtte mijn vliegtuig naar Jakarta. Ik ging weer op reis. Het afscheid met Mariken en Dirk was niet zo dramatisch, ik kom eind juli nog een paar dagen logeren voordat ik op de 27e juli naar Hongkong vlieg, het afscheid met Tessa des te meer. Toch grappig hoe zo’n klein mensje ineens begrijpt dat ik echt weer vertrok. We waren drie weken iedere dag samen geweest en ontwikkelde een speciale band. Ongelofelijk, wat een volume.
Het laatste nieuws uit Singapore. Er wordt regelmatig aan “Otoerd” gerefereerd wanneer er een afstandbediening in het spel is...

Indonesië
Jakarta is een verhaal op zich. De mensen zijn prachtig, vriendelijk en behulpzaam. In India vind je iedere gelopen meter een Indier op je rug, in Jakarta voelde ik me de enige toerist. Zelfs in het backpackers gedeelte, Jaksa Area, waren de toeristen op een hand te tellen.
Ik ontmoette wat leuke mensen en bekeek de stad en verliet na twee dagen per trein de stad richting Bandung. Heerlijke rit, en zou echt prachtig moeten zijn. Aangezien ik de laatste avond Jakarta niet ongemerkt voorbij had laten gaan, is het uitzicht me even ontgaan dit keer. Vanuit Bandung nam ik een 10 uur durende bus naar Pangandaran.
Ik werd door Hendra van de bus gehaald. Een voorkomende vriendelijke vent. Totaal niet pusherig. Na twee dagen deed ik een tour met hem. We bezochten de “Green Canyon” echt een van de mooiste plekjes die ik ooit heb gezien. Het zonlicht wat door de jungle in het groene kraakheldere water schijnt waar je heerlijk in kunt zwemmen, van rotsen kunt duiken.... ongelofelijk! Ook bezochten we een echte Javaanse “puppet factory”. Prachtige kunstwerken. Natuurlijk heb ik me laten overhalen er een te kopen. Zo ben ik dat ook wel weer....
De volgende ochtend zou Hendra me wegbrengen naar Batu Karas en vertelde me wat hem allemaal was overkomen in de afgelopen 1.5 jaar. In 2006 is hier op Java een andere Tsunami geweest , dan diegene die Azie zo onganadelijk trof in december 2004 en heeft hier vele levens genomen waaronder de vader van Hendra die zijn vissersnetten op het strand aan het repareren was.

Tijdens de Tsunami was Hendra in zijn winkeltje samen met zijn vrouw aan het strand en konden op tijd weg komen. Nu woont hij op 15 km afstand van Pangandaran en moet iedere dag voor 5$ een brommer huren om zijn kleine travel agentschap draaiende te houden. Relatief hoge kosten en weinig inkomen. Hij woont bij zijn schoonmoeder en spaart heel langzaam voor een huis. Ik vroeg hem wat zijn eerste prioriteit was: een huis! Hij had er al een op het oog... De huur moet hij vooruit betalen. Daarom is het zo moeilijk om de eerste stap te zetten.
Ik vroeg hem om het huis te laten zien wat hij op het oog had. Zag er leuk en lief uit in een fijn buurtje met veel kleine kinderen. Hendra heeft twee zoontjes, 3 en 5.
Ik nam snel de beslissing. De landlord was aanwezig en ik heb Hendra apart genomen en hem gevraagd hoe snel hij zou verhuizen naar dit pand wat veel dichter bij zijn business ligt en waardoor hij in kosten veel lager kan uitkomen. Hij zei “gisteren!” Ik zei “mooi!” dan betaal ik bij deze de eerst jaar huur en jij komt met een plan hoe je me gaat terugbetalen. Eerst wilde hij me niet geloven en was bang dat ik hem onder druk zou zetten over de betaling. Maar ik stelde hem gerust dat de factor tijd geen punt is. Hij moet eerst zijn zaken op orde hebben. Kinderen op school. Vrouw een baan en dat alles is zo veel makkelijker op deze locatie.
Dus met de landlord erbij die een betalingsbewijs uitschreef en deze samen met de sleutels aan Hendra overhandigde die wel een gat ik de lucht kon springen. We verlieten we met de sleutels in de zak het pand.

Heerlijk om af en toe een goede daad te doen.

Vandaag weer heerlijk gesurft en de eerste golven bereden! Wat een adrenaline! Can’t wait to be on Bali!!!! BIG WAVES

Keep you posted guys.

Veel liefs uit Indonesië,

Sjoerd