donderdag 23 oktober 2008

Hawaii=>Saltspring Island=> Vancouver Island....


Na twee weken heerlijke kite sessies en het huwelijk van mijn neef Nathaniel op Maui, reisde ik naar Saltspring Island, Canada, om mij te verenigen met mijn broertje Schelto....

Het huwelijk was paradijselijk, wie wil dat nou niet op die manier.... zie de foto's...
En na 13 maanden reizen het weerzien met mijn broer en zijn gezin was een heel erg gelukkig moment. De ontmoeting met Alexa, de nieuwste telg in de familie, het samenzijn met de complete NL familie, die voor de Canadese viering van het huwelijk allemaal naar Canada waren gekomen, was the best!

Kortom, ik kan er niet over uit, ik geniet van mijn laatste twee weken.

Op 3 november kom ik thuis, dan zal ik een laatste verslag doen.

Tot dan!

Als je mee wilt genieten, klik dan hier.

S.

zaterdag 27 september 2008

Op naar Hawaii.....!


De wekker gaat, ik tast om mij heen, snap er niets van....

Het is vroeg, waarom? Langzaam dringt het tot mij door... naar HAWAII!

Van het ene paradijs in het andere, Hongkong, “angry” China, ik hou van jullie, maar de groeten, ik ben er uit, Honolulu, here I come!

Check mijn pics!

vrijdag 19 september 2008

7 dagen in Tibet...?


De zon schijnt met een oranje gloed de kamer binnen. Ik zit met mijn laptop op schoot op mijn stretcher, naast het blauwe ziekenhuisbed van Amy, ze slaapt nog. Het is 6 uur, de schoonmakers komen iedere morgen met kabaal binnen om de kamer schoon te maken. Ik word dan wakker en kan natuurlijk niet meer slapen.

De oudere buurvrouw met een multipele (meervoudige) breuk in haar been, rug arm en nek, masseert rechtop zittend in haar bed de huid rondom de ijzeren pinnen die uit haar been naar buiten komen. De stellage zorgt er voor dat de breuken in positie blijven. Ze mompelt veel in haar zelf. Ik fantaseerde al dat ze allerlei mantra’s (Boedistische heilige teksten) uitsprak voor Amy om haar snel weer beter te maken. Als je oogcontact met haar hebt lacht ze haar bruine gebit bloot, met een lieve voldane glimlach. Ze is ongetwijfeld een Tibetaanse afstammeling want een echt hard Chinees gezicht heeft ze niet.

Zij woont hier en haar dochter en zoon verzorgen haar. Niemand overleeft hier als er niet iemand is die naar je om kijkt: eten haalt, je wast en je naar de W.C. laat gaan. Haar dochter haalt eten en is er overdag om gezelschap te houden en haar zoon wisselt de dochter af en slaapt naast de moeder. Ook hij ligt nog rustig te ademen en slaapt. Dan moet ik wel Amy’s reddende engel zijn....

Toen ik gisteren Amy naar de W.C. hielp en ze wederom verdrietig keek omdat je door een diep dal gaat als je niet op eigen houtje je behoefte kunt doen, vroeg ze aan mij: “ nu zijn we zeker wel vrienden voor het leven?”
Ik denk het wel, want na alles wat we samen hebben doorgemaakt, kun je elkaar wel vrienden voor het leven noemen. Overleven en de bijbehorende machteloosheid van tijd tot tijd, dat schept een band.

Ik kijk naar buiten over de eindeloze laatste uitlopers van de Himalaya. Het is mooi hier in Dali. De zon komt op over de stad in de bergen die deels zijn gehuld in wolken. De natuur lijkt enigszins op die van de de Duitse alpen. Nu ik even tijd voor mijzelf heb, herinner ik mij hoe verbaasd ik was over de Himalaya en Tibet, het was zo verschrikkelijk anders dan ik me had voorgesteld...

Het Tibetaanse plateau was een wonder. Van Golmud tot Lhasa: het dak van de wereld en volkomen plat. Duizenden kilometers uitgestrekte steppes. Een uitgestrekte treinbaan door niemandsland (Tibet maar nu Chinees), waar Yaks in groepen grazen. Uitgestrekte vlaktes gras, rots en een horizon gevuld met besneeuwde bergtoppen.

Amy en ik borrelen in de restauratie, onze favoriete spot in de trein met hoogtemeter, temperatuur en nootjes gecombineerd met Lhasa bier, tot we dronken van de dunne lucht en van de alcohol lekker in onze softsleeper de ogen sloten.

Een softsleeper betekent dat je een coupe deelt met 4 mensen. 2 boven 2 onder. Wij nemen altijd de hoge sleepers aangezien de spuug van Chinezen vele kanten op gaat maar niet omhoog valt. Meestal is er in dit gedeelte van de trein is er geen sprake van “spitting and littering” omdat de reizigers meer geld hebben en dus niet spugen, dat is benden hun stand.... maar toch. Ik prefereer de hoge sleepers. Ik zweer bij de zwaartekracht...
Aangekomen op het prachtige en nieuwe station van Lhasa werd ik volkomen verrast door een nieuwe toon binnen de sfeer van onze reis. Onze trein was gevuld met een regiment Chinese soldaten. Zij wisselden de wacht op het station met applaus en collectieve yells. Het was een heel vertoon en compleet nieuw voor mij, het leek alsof ik in een slechte Chinese B-film was beland. Ik wilde een foto maken, maar mijn camera werd praktisch uit mijn handen geslagen. Ik mocht geen foto’s maken op het station en zeker niet van de militairen. Ik stond met open mond naar de schreeuwende militair te kijken. Ik was niet bang, als toerist hoef je je geen zorgen te maken denk ik, maar het was overweldigend.
Buiten het station stond onze gids met twee witte Tibetaanse zijden shawls op ons te wachten. Meteen om natuurlijk, want dat brengt geluk! Een grote 4-wheel drive, Toyota Landcruiser, was ons nieuwe kippenhok voor de komende week. Dat we hele dagen in de auto zouden doorbrengen, daar hadden we nog geen idee van.

Onze gids, Lagde, een mooie Tibetaanse vrouw, zou ons de rest van de week begeleiden. We werden in een prachtig en luxe hotel gedropt en waren zo door het dolle heen dat de heupfles wodka die ik van Ferry na de spelen had gekregen direct uit de tas werd getoverd. Hupsake! Ipod in de speakerset en we dansten en dronken om te vieren dat we eindelijk!!!! In Lhasa waren en de tour door Tibet zouden gaan maken! Na de fles, die in combinatie met de dunne lucht (Lhasa: 3600 mtr boven NAP) heerlijk viel, liepen we (geen rekening houdende met de avondklok van 10:00) naar de lokale slijter om nog een fles benzine te kopen. Het zag er uit als wodka. Deze fles heb ik geweten, de volgende dag was mijn kater inmens groot. Zo groot heb ik hem nog nooit gezien. De brandy was een killer in combinatie met de dunne Lhasa lucht.

Echter, Potala Palace, een replica van een grote verjaardagstaart op de berg in Lhasa, was meer dan prachtig. Mijn kater droop af...
De geschiedenis, de cultuur, de pracht, ik kon bijna de Chinezen begrijpen dat ze Tibet bezetten. Zo’n land, zo’n stad wil je gewoon graag in je bezit hebben, het is zo prachtig...
Het paleis is van de 14e Dalai Lama, echter hij is verbannen. De 13e lama mag worden vertoond op portretten in het paleis en in de rest van Tibet, maar de 14e Dalai Lama, de huidige opperpriester, is verbannen en er mag ook niet over worden gesproken fluisterde onze gids. “Waarom fluister je?” Vroeg ik haar... “ Er lopen allerlei agenten in burger rond om ons te controleren, in onze rol als gids”. Verbijsterend... “De Mei protesten hebben alle regels verscherpt en half Lhasa is afgesloten voor buitenlandse (= geen Chinese) toeristen. De monniken worden verdacht van samenzweren en gedurende mei, voor de opening van de spelen, viel het leger vele kloosters binnen en mishandelden de priesters en monniken”

Voor wat betreft de Chinezen, zij zijn met groot vertoon in Lhasa aanwezig. Er wordt gemarcheerd door de straten, over de markt, met de machine geweren op de schouder. Jonge Chinese jongens, niet ouder dan 17 a 18 jaar oud, met witte handschoenen kijken tijdens dit machtsvertoon om zich heen met een air van de bezetter. Ik vond het verschrikkelijk. Verschrikkelijk voor de lieve Tibetanen die gemoedelijk en harmless overkomen. Het is moeilijk om om de bezetting heen te kijken, de Chinezen zijn in de hoogste graad van paraatheid aanwezig, maar als ze even uit het zicht zijn is Lhasa een prachtige, rustige en fantastische stad, met een spirituele uitstraling, een stad waar ik mijn leven lang aan terug zal denken en nooit zal vergeten....

De Himalaya was zo anders dan ik ooit had gedacht. Waar ik had gerekend op grote hoogtes en eindeloos besneeuwde pieken, is het grootste gedeelte van de Himalaya van wat wij zagen een zeer oud gebergte met afgesleten toppen en uitgestrekte hoogvlaktes. De Yaks, geiten en schapen vormen de bevolking, samen met een paar Tibetanen. Het was echt prachtig. Aan hoogtemeters geen gebrek, onderweg tikten wij op een pas de 5248mtr aan, de lucht was zo dun, een stukje wandelen deed je buiten adem raken! Onderweg naar de Mt. Everest vroeg ik aan Lagde, onze gids, waarom toch overal de Chinese vlag aan het wapperen was en waar de Tibetaanse vlag dan was? Deze weg was aangelegd voor de Chinese toeristen en daarom worden de bewoners gedwongen de Chinese vlag te hijsen. Daarnaast is de Tibetaanse vlag verboden.

Richting de Everest werd mijn originele beeld van de Himalaya bevestigd, de hoge pieken, de gletsjers doemden op. De dag van de Everest stonden we om vijf uur naast ons bed om de berg van een afstand tijdens zonsopgang te bekijken... fenomenaal, zie de foto’s. We liepen omhoog naar het base-camp. Wat een geweldige berg en wat ontzettend gaaf dat ik dit mag meemaken, deze gigant aanschouwen. Ik was door het dolle heen! Een tocht van 3 uur, echt prachtig en daar nam ik me het volgende voor:

Hier komt een belofte waar iedereen mij aan mag houden. Voor mijn 40-ste verjaardag sta ik op de top van de Mt. Everest. Ik heb een klein plan gemaakt. Ik ga een selectie houden van vrienden en kennissen die deze droom ook willen waar maken. Als je fit genoeg bent mag je mee... How about that? Ik ben er bij....

Na de Everest was het een beetje gedaan. We reden in 1.5 dag terug naar Lhasa en liepen op tegen onze laatste botsing met de heersende Chinezen in Tibet...

De Chinezen willen geen toeristen in Tibet. Dat staat vast. Daarom heb je een gids, tenminste dat is de beschrijving van deze “babysitter”. Onze Tibet permit liep nog 4 dagen door en wij wilden lekker in Lhasa blijven hangen en daarna een bus naar Shangri-La in Zuid China nemen. We werden uiteindelijk voor de bus geweigerd, kregen geen permit en moesten voor onze periode in Lhasa een gids inhuren die de hele dag of buiten onze hotelkamer zou wachten en als we uit zouden gaan achter ons aan zou lopen. We hadden het gevoel dat we bespied en begluurd werden. Niet konden doen wat we wilden doen. En dat is ook het hele idee. De gids is verantwoordelijk voor wat jij doet als toerist. En als er fouten worden begaan, dan wordt de gids bestraft. Kortom, de gids is op haar/zijn hoede dat alles volgens het boekje gaat... Wij besloten om de volgende dag op het vliegtuig te stappen naar Shangri La...Geen zin meer in de Chinese controle...

Shangri-La = prachtig. Shangri-La ligt in het oude Tibet, wat nu China is. Maar de cultuur is nog steeds Tibetaans. 90% Tibetaanse bevolking, eindelijk het China waar we zo lang op hadden gewacht...
De eerste avond in het oude stadje, geen avondklok om 10:00, maar dansenden Tibetanen in een kring op prachtige muziek. Mijn hart stroomde vol met vreugde, wat een pracht. De vrouwen droegen een fel roze doek rond het hoofd en de stad had lol en plezier!
Na Shangri-La liepen we de “leaping Tiger Gorge”, een van de diepste canyons ter wereld. Op sommige plaatsen meer dan 3800 meter hoogteverschil van de besneeuwde toppen tot aan het kolkende water...! FENOMENAAL! Het was echt een prachtige trek van 2 dagen. We genoten. Zie de foto’s!

De trek afgerond namen we een taxi naar het sprookjes stadje Lijiang. Dit doolhof moet je zijn geweest. De bewoners zijn meer dan vriendelijk, het stadje is echt alsof het regelrecht uit een sprookjesboek is getoverd en is heerlijk om dagen rond te dwalen!

En na Lijiang kwam Dali old town, tja Dali....

Dali zal ik niet snel meer vergeten. Het heeft iets weg van Lijiang, ook een prachtige vestingstad met heerlijke straatjes, bestraat met keien en leuke heerlijke eetgelegenheden. Daar maakten Amy en ik dan ook dankbaar gebruik van. De lokale goed te drinken wijn vloeide rijkelijk. Tijd om te slapen was het. En op de terugweg verstapte Amy zich...
Toen ik de schreeuwende Amy tot rust maande en mijn resterende fysiotherapeutische kennis op haar voet toepaste, was dat helemaal niet nodig. De voet hing er los bij. Daar hoef je geen medicus voor te zijn om te zien dat deze dubbele onderbeenbreuk, zowel kuitbeen als scheenbeen, was doorgebroken.

Direct naar het ziekenhuis, tenminste, degene die dit een ziekenhuis noemt is niet helemaal lekker....

De bedlakens waren bruin en stonken ( zie foto’s), Amy moest op de parkeerplaats plassen want er was geen W.C.
Ik kan het verder kort houden. Dit was een hel. Ik moest de panische Amy alleen laten om te bellen met de verzekering die allerlei zaken beloofde maar niets waarmaakte. Uiteindelijk waren we 24 uur later geen steek opgeschoten en Amy was in grote pijn. Om de 4 uur een prik morfine in de bil, die ik eerst moest gaan kopen bij de ziekenhuis apotheek. Lieve lezers, ik heb me maar weinig keren in mijn korte leven zo machteloos gevoeld. Ik kon geen kant op. Ik zat met een amy die een slecht stuk gips om haar voet had. Ik moest de dokter helpen het gips te plaatsen. Het moest twee keer over. Als Amy zich bewoog, bewoog de fractuur en ging ze door het lint. Als ze moest plassen de parkeerplaats, medicijnen, naar de medicijnenwinkel... Ik wist niet meer waar ik het zoeken moest...
De dokter voelde zich ook machteloos en toen ik mij realiseerde dat de flying doctors vlucht die ons werd beloofd, helemaal nooit ging komen, nam ik de touwtjes zelf in handen. De dokter adviseerde ons het grootste streekziekenhuis niet ver van Dali city. New Dali. En inderdaad, dit was een groot ziekenhuis en het zag er 500% beter uit dan ons oude niet vertrouwde ziekenhuisje met de bruine బెద్దేన్...
Binnen 24 uur werd Amy geopereerd en nu wachten we op een goedkeuring van de dokter om naar Hongkong te reizen waar ik Amy op het vliegtuig naar NY zet en ik naar Honolulu kan afreizen.

Ja mijn laatste twee weken China, zuid China, het mooiste gedeelte zal ik een andere keer moeten doen. Maar of dat er van gaat komen weet ik niet. Ik heb het wel gezien, China.....

Hier zit ik dus op mijn stretcher, Amy is wakker en heeft haar eerste nacht zonder pijnstillers doorgebracht. Heel mooi. Om terug te komen op mijn aanhef, 7 dagen in Tibet, voor mijn gevoel is het 7 jaren in Tibet.... Ik hoop dat ik op tijd ga zijn voor mijn vlucht naar Hawaii, maar zoals ik altijd zeg:

“Ik ben een Kruijff * en alles komt altijd goed”

Kijk voor mijn foto-album: KLIK


*originele uitspraak van S.Kruijff jr.

maandag 1 september 2008

Ervaringen van een reiziger door China


Lieve lezende vrienden, wat had ik hier naar uitgezien. Eindelijk na ruim 10 maanden reizen had ik mijn Visum voor China in Hongkong binnen. ( zie vorige weblog). Ik heb lang gewacht om mijn weblog bij te werken. Het is een lang verhaal geworden. Dus als je geen concentratie, motivatie of tijdsgebrek problemen hebt, ga dan lekker achterover zitten als je zin hebt om te lezen hoe het mij is vergaan de afgelopen weken. Of als je meer wilt weten dan niets, neem dan een kijkje in mijn fotoboek.

Shanghai
Eenmaal aangekomen in Shanghai werd ik meer dan gastvrij ontvangen in het fantastische appartement van Siem Bierman en Onno Schreurs.
Heerlijk om vanuit dit appartement van de stad te kunnen genieten. Het is top om bij twee vrienden een tijd te kunnen doorbrengen en eens niet in een hotel te zitten. Het was meer dan gastvrijheid, dikke pluim voor de jongens die hard werken en tegelijkertijd nog met mij een aardig biertje hebben gedronken. Een appartement met een miraculeus uitzicht, twee jonge entrepreneurs aan de slag en succesvol in Shanghai. Respect.

Jongens bedankt!

Shanghai is inspirerend. De stad bruist van de handel. Dat is aan alles te zien. De straten zijn overvol en je moet je best doen om niet dood gereden te worden. In tegenstelling tot Nederland heeft de auto altijd voorrang. Of het stoplicht op rood/groen of welke kleur dan ook staat.
In Shanghai is extreem veel rijkdom. De gebouwen zijn indrukwekkend en het lijkt inspirerend om een deel uit te maken van de tollende “circel of life”. Terwijl ik in Shanghai was dacht ik dan ook, hier wil ik wonen, hier voel ik me thuis. Maar tegelijkertijd besef ik mij dat als ik een stukje op mijn stads of racefiets wil rijden dat ik vermoedelijk dood ga: of omdat er (bijna) niet gefietst wordt zoals in Beijing en het dus levensgevaarlijk is, of omdat ik beter 3 pakjes peuken per dag kan wegpaffen, denkende aan de luchtvervuiling. Ik zal eerst twee uur de trein moeten nemen om de Skyscrapers achter mij te laten....
Dus Shanghai en wonen, hoe mooi ook, ik weet het niet. De lucht stinkt er en tegelijkertijd is de stad schoon, maar druk en overvol, de Chinezen lijken er geen enkel probleem me te hebben dat ze met een paar miljard tegelijk op een relatief klein gedeelte van hun prachtige land wonen.... Botsen maar, duwen maar... maakt niet uit!

But, who cares?, alhoewel ik oriënterend met wat bedrijven sprak, realiseerde ik mij dat er een evenement lag te wachten waar ik al tijden naar uit had gekeken. Denken aan werk, alleen in het achterhoofd, nu nog even vol genieten van de rest van mijn mooie avontuur. Siem en ik hopte in de trein in Shanghai naar Beijing. Ik had een softsleeper en Siem een stoel voor de nacht. Beiden misten onze stoel en bed totaal niet. We zaten in de restauratie aan een heerlijke Heineken en een Chinese dis. Het werd een kort nachtje en toen het staal van de treinwielen remmend schraapte over de rails van het station van Beijing en de trein uiteindelijk stil stond, stapten Siem en ondergetekende als twee hyperfitte heertjes de oude stad in. Het kon beginnen, we waren er. Let the games begin!

De Olympische spelen 2008, Beijing

“One world one dream”

De Olympische Spelen Beijing 2008.... god, wat zou er gaan gebeuren? Dat alles altijd anders is dan je verwacht was nu iets wat niet in me opkwam. Het werd niet voor iedereen een droom die uitkwam. Dromen zijn regelmatig bedrog.

Het is ongelofelijk. Op iedere putdeksel, hoek van de straat, plein, bloemenperk, toren, T-shirt, op gewoonweg alles wat tastbaar is staat het logo van Beijing 2008 gedrukt. De stad is redelijk groen. Er zijn mensen die beweren dat alle bomen een maand voor de spelen zijn geplant... Beijing doet niet onder voor Amsterdam als het gaat om fietspaden. Er is 1 verschil. Men heeft meer fietspad gecreëerd dan autobaan, dus op de fiets ben je sneller ter plaatse dan met de taxi. Het is rustig op straat, geen oeverloos veel verkeer zoals in de andere Chinese steden. In tegenstelling tot Shanghai is het is zelfs veilig om over te steken, zonder door een kwaaie taxichauffeur geschept te worden of voor eeuwig doof te blijven van het eindeloze getoeter van de goede man.

De Chinezen lachen want ze zijn blij. De Games zijn begonnen en daar zijn zij al jaren mee bezig en razend trots op! De lucht in de stad lijkt relatief schoon en ja ik kan zeggen, significant schonere lucht dan in andere Chinese steden.
Misschien ook niet gek dat de lucht echt schoner was: alle fabrieken in een straal van 100 km zijn een maand voor en de twee maanden tijdens de Olympics en de Para-lympics gesloten. Wat moet dat een ramp zijn voor de (lokale) economie. Anyway, de longen van de sporters blijven (relatief) schoon want in China KAN ECHT ALLES. Ben je host voor de Spelen, dan leg je twee maanden de economie plat. Niets is te gek: men zegt dat alles luxer, groter en beter geregeld is dan in Athene. Op een paar kleine doch belangrijke zaken na...

Stadions staan leeg terwijl er geen kaarten meer te krijgen zijn. Hoe dit mogelijk is, is frustrerend. Ik wilde graag nog naar atletiek in “het vogelnest”, maar dat is er niet meer van gekomen. De stadions waren tot aan de finales allemaal slechts tot 40 % gevuld... De zwarte markt waar men zo hard naar gestreefd had om die te voorkomen draait op volle toeren. We worden er stevig voor gewaarschuwd met als straf uitzetting... Dat willen we natuurlijk niet, dus houden ons gedeisd. Echter, het plezier versus de prijs maakt een enkeltje vogelnest onaantrekkelijk voor een simpele backpacker...

Prachtig om te zien is dat overal Chinese vrijwilligers staan die bedoeld zijn als info punt voor de honderdduizenden buitenlanders. Supporters die vanuit de hele wereld naar de stad Beijing zijn getrokken om hun favoriete sporter, kind, broer, zus, beste vriend, of gewoon als echte fan hun land in iedere sport aan te moedigen...!
De vrijwilligers zijn natuurlijk fantastisch gemotiveerd. Ze rennen op je af als ze twijfel in je ogen zien, welke kant moet ik op? Zij zijn trots op hun Beijing 2008 T-shirt en heuptasje en offeren 2 maanden van hun bestaan op om eenzaam langs een snelweg te zitten onder een parasol, of twee maanden zonder buitenlicht op het metrostation ondergronds Chinese onleesbare railnet kaartjes te voorzien aan de buitenlander.
Wanneer wij bijvoorbeeld in de bus naar de roeibaan zitten (70 km buiten Beijing) vraagt iedereen zich af wat die vrijwilligers toch op vissersstoeltje op de vluchtstrook langs de snelweg doen, onder hun door Coca Cola gesponsorde parasol?
Een net geopende snelweg waar op even dagen alleen maar even nummerplaten mogen rijden en op oneven dagen de oneven platen...? De reden dus waarom Beijing niet overvol lijkt op de weg...
Een “special” Olympic Lane: de linkerrijstrook is leeg. Die is gereserveerd voor sporters en officials. De lane is om de 250 meter mooi beschilderd met de Olympische Ringen. Deze lane mag onder GEEN voorwaarde worden gebruikt, dus de taxichauffeur die de tergend langzame bussen wil inhalen doet dat over de doorgetrokken streep, via de vluchtstrook en veroorzaakt menig bijna doodmoment met de “onder de parasol niet wetend wat hij/zij doet vrijwilliger ”, die moet rennen voor zijn of haar leven.

Het mooie is, de “informatie chinezen”, spreken vloeiend chinees en zullen ongetwijfeld een hoop informatie hebben, maar helaas, geen woord engels... Dus die twijfel in de ogen van de verdwaalde foreigner wordt beantwoord met een onbevredigd gevoel en een ongemakkelijke glimlach van beide kanten.
Prachtig! Zes jaar de tijd gehad om de spelen in ieder detail voor te bereiden... een fantastisch en indrukwekkend resultaat en dus (bijna) alles tot in de puntjes voor elkaar, echter de informatie Chinezen en de taxi chauffeurs, eigenlijk iedere Chinees, ze spreken geen woord engels...

De Spelen leven in China. Chinezen lopen rond met T-shirts, “I LOVE CHINA” (toch nog een beetje engels) en overal staan de Chinese atleten op machtige wijze afgebeeld op de gevels van prachtige skyscrapers. Chinezen houden veel van hun land en nog veel meer van zichzelf en zien zichzelf graag terug op televisie en gebouwen. Hoe was het ook al weer? Gekken en dwazen schilderen hun namen(portretten) op deuren en glazen...? China is een indrukwekkend en bijzonder land. Ook onbegrijpelijk vaak.

Vanaf dag 1 worden er gouden medailles gewonnen door de chinezen en dat wordt op ieder televisienet, digitaal billboard op gigantische skyscrapers afgebeeld. De Chinezen hebben maar 1 doel, het meeste gouden medailles winnen. In iedere denkbare sport zijn zij succesvol aanwezig en dat mag iedereen weten... Maar laat ik eerlijk blijven, is dat onterecht?
De Chinezen krijgen het uiteindelijk voor elkaar: de meeste gouden plakken zijn voor China. Voor dit feit groots respect, stel je voor: 10 jaar geleden had nog nooit 1 Chinees 1 bal had geslagen met een hockeystick. Nu spelen de vrouwen in de Hockey finale op wereld niveau. Alhoewel, deze gouden medaille gaat aan ze voorbij... maar ze knokken er hard voor. Indrukwekkend om te zien. Wat een doorzettingsvermogen.
De halve finale zitten we op de tribune, wat een feest! Lekker biertje in de hand en schreeuwen maar...

Het Olympisch Roeitoernooi
Het begint allemaal prachtig! De baan ziet er prachtig uit en ligt er mooi bij. Alles is goed geregeld. Waar een biertje in het HHH 3 euro kost is een pils hier 50 cent... Kortom, heerlijk in dit mooie weer een biertje op de tribune. Hier kunnen we ons wel vermaken en we fantaseren over de medailles voor de Nederlanders en voor wie we en vanaf welk punt we in het water zullen springen om de roeiers een eerste huldiging te brengen!
Omdat ik op de 8e al in Beijing was aangekomen kon ik bij de eerste voorwedstrijd van Gijs in de Holland4 aanwezig zijn en zag ik alle andere roeiploegen van de NL equipe hun eerste voorwedstrijden varen. Op dag 1 van de spelen kwam ik de familie Gijs al tegen en gingen we met een oranje ploeg naar de Family Grand Stand, de FISA tribune langs de baan en zagen op een giga scherm Gijs van start gaan.

Ik ga jullie vertellen wat er in mij om is gegaan. De resultaten van de 4 roeiers zullen jullie op studiosport hebben gezien of in de krant hebben gelezen.
De Holland Vier roeide in de eerste voorwedstrijd goed. Waanzinnig sterk. Niet anders dan verwacht.
Maar toen... om een heel lang verhaal kort te maken, het resultaat in de halve finale was onverwacht. Geen finaleplaats. Hoe is het mogelijk?
Groots verdriet en ongeloof op de tribune. Ouders, broer zus, vriendinnen, vrienden, iedereen verslagen. Tranen en boosheid. “Topsport... daarom haat ik topsport”, zei iemand van heel dichtbij. En dat is het ook als je het mij vraagt. Topsport is keihard. Er wordt met elkaar afgerekend in het heetst van de strijd.
Wat een nadeel is van een buitensport en met name roeien is dat er geen elementen mogen zijn die de eerlijkheid van de sport in het geding brengen.

Dus hoe het kan? Waterplanten of gemaaid wier in het roer of niet? Echte topsporters praten niet over dat soort zaken. Tenzij het onomstotelijk kan worden bewezen. En dat kon niet. Het resultaat is niet terug te draaien.
Ik had nog nooit vier zulke beren, zulk mentaal sterke mannen zo onmachtig en zo “klein” gezien. Lege ogen, ken je dat? Totale ontreddering, ik vond het zo verdomde sneu. Maar, wat kan je doen? Wat moet je als atleet? Het was niet meer terug te draaien. Dat de nacht voor de wedstrijd rond de 300 Chinezen door het water van de baan hadden gewaad om met de hand het wier te maaien en dat er bewezen werd dat er los wier in de baan dreef en dat deze los drijvende rommel achter het roertje van een roeiboot kan blijven hangen en voor cruciale seconden vertraging kan zorgen is een mogelijke reden, maar geen bewijs.

De race was voorbij. Voor de vier jongens, was het voorbij.

Een schitterende gouden droom, Beijing 2008 verdween als sneeuw voor de zon. De Holland4 gaan stoppen en weten alleen aan de hand van de afgelopen vier jaar dat ze op het erepodium hadden moeten staan. Geen toekomst om het verlies recht te zetten. Realiseer je, het hele WK podium van 2007 roeide niet in de finale.

Ik heb enorm respect voor de prestaties van de jongens kijkende naar de afgelopen vier jaar, met alle medailles en prijzen. De Holland Vier zijn topsporters. Voor, tijdens en na de wedstrijd hebben ze zich zo opgesteld.
Succes jongens, het zal nu de spelen echt voorbij zijn en jullie thuis zijn niet makkelijk zijn een “nieuw” leven te starten, maar ik vind jullie koningen!

Voor mij hebben jullie het goud gewonnen! Echt!

Goud was er voor de lichte dames dubbeltwee, groots respect voor Marit, Kirsten en Josy. Een schitterende en fantastische prestatie! Een geheel Nereus team, trots!

Dan de dames acht die zilver wonnen, zie de foto’s. We hebben er uitgebreid op gedronken. Wat een topprestatie! Een onbeschrijfelijke vreugde voor deze dames!


HHH en een weerzien met goede vrienden
Het weerzien met Thomas en Femme was ongelofelijk mooi! We spaken af in het Holland Heineken Huis en ik vloog Thomas om de nek. Het was alsof we elkaar de dag ervoren nog hadden gezien.

“NI HAO” (Chinees voor hallo en zijn de enige twee woorden uit ons vloeiend Chinees, maar prima te gebruiken in iedere denkbare situatie. TIP: voor de toekomstige China reiziger: glimlach lief en schreeuw zo hard als mogelijk deze twee woorden. Hoe harder hoe beter, dat vinden de Chinezen mooi).

Het was zuur voor Thomas om alle wedstrijden van zijn beste maatje Gijs te missen. Hij had op de finale gerekend en was te laat.
We hebben daarom genoeg bier gedronken. Maar niet in het HHH.

De tijd met Thomas, Femme, Heuf, Rene, Ferry, Klaas, Moes, Inze, het huidige Nereus bestuur en nog vele anderen in Beijing en het HHH was geweldig. Het Holland Heineken Huis was voor mij niet meer dan een kroeg uit Amsterdam die voor veel te veel geld bier verkocht en “onze” sporters huldigde. Ik vond het weinig meer dan niets. Weinig sfeer, erg groot en zeer commercieel. Ik moet de organisatie meegeven dat ze er goed in geslaagd waren zich aan te passen aan China, alles was tot in de puntjes geregeld, de bureaucratie vierde hoogtij. Maar de huldigingen waren mooi. Intens en heftig!

Maar...Heineken staat niet voor niets, als je er genoeg van drinkt wordt het altijd gezellig... Om samen te zijn met Thomas en de Nereus clan, was geweldig! Ik heb genoten. Daar hadden we het HHH niet voor nodig...
Een mooi uitje met de groep op de fiets door Beijing, naar de verboden stad en een hike over de Grote Muur, was een geslaagde trip. Finally met de kabelbaan van de muur naar een lager gelegen meer was een supermooie afsluiting voor de week samen!

Rond de 20e verliet iedereen de stad en begon mijn queeste om mijn visum te verlengen en naar Tibet te reizen....

Het grote China en haar kuren...
China is heel groot. China is een land van regels en China is vaak niet lief. De inwoners van China kijken lelijk, schreeuwen met consumptie tegen je, ook als ze je aardig vinden en China kan afschrikwekkend zijn. China is een land van grote tegenstellingen. Mooi en lelijk tegelijk. Het land van spugende en roggelende Chinezen, mooie Tibetaanse hawkers(straat (voedsel)verkopers), het land waar wetten en regels per dag veranderen en waar (bijna) niemand een woord over de grens spreekt. Je oogcontact probeert te krijgen met automobilisten als je wilt oversteken en met gevaar voor eigen leven door loopt en vervolgens een kettingbotsing veroorzaakt omdat de chauffeur toch plotseling voor jou stopt....
Een land waar smog in de steden niet meer weg te denken is, maar waar de uitgestrekte hoogvlaktes van Tibet onbeschrijfelijk mooi zijn. Een wonderlijk iets, een communistisch land waar kapitalisme hoogtij viert...

Op 20 augustus kwam mijn nieuwe reisgenoot in Beijing aan. Ik ontmoette Amy twee maanden voor Beijing in Ubud, Indonesië en we spraken af om samen vanuit Beijing naar Tibet te trekken. Ik ben meer dan gelukkig en dankbaar dat Amy kwam, ik zal eerlijk zijn: als ik alleen was geweest had ik hier niet gezeten, maar ergens aan een strand in Vietnam of Thailand. Ik zal jullie beschrijven wat China met mij deed.

TIP: ben je ooit van plan door China te trekken. Kom dan niet op de bonnefooi. Regel alles via NL. Dat scheelt tijd! Weken.

Het woord bonnefooi kent men niet in China. Wat was Z.O.-Azië toch ontzettend makkelijk reizen.
Amy en ik besloten niet in Beijing op mijn visum (7 dagen extra) te wachten en trokken centraal China in. Op naar Tibet.
China wil niet dat toeristen naar Tibet reizen. Door de internationale druk in combinatie met de Spelen is Tibet na de onrusten in mei toch open gesteld. Echter, toegang alleen met een permit bovenop het Chinese visum. De permit betekent: vanaf de grens krijg je een gids (lees: toezichthouder) mee tijdens een minuut tot minuut georganiseerde (zeer kostbare) trip. Wat is jouw mening? Ik vind het eng.
Deze trip is alleen via een overheid goedgekeurde organisatie te boeken. Zo houdt China perfect controle over wie waar naar toe gaat in Tibet en wie de benefits krijgt van het toerisme in Tibet. Kortom, Tibet leeft onder de duim van China.

Nog steeds overtuigd van het feit dat ik de permit voor Tibet wel even onderhands wel kon regelen (alles komt altijd goed toch? Is sinds de start van mijn reis mijn motto). Ik dacht, hoe dichter bij Tibet, hoe groter de kans. Dus namen we de trein naar X’ian (12 uur van Beijing). We bezochten het Terracotta leger. Prachtig. Hoe klein de wereld is, kwamen we daar achter... Zittend achter een biertje werd er op mijn schouder getikt. Mijn Boston maat, Jan en zijn vriendin Yv, zaten ook in Xi'an en kwamen via een andere route vanuit Beijing. Dat was gezellig!

Mijn positieve instelling werd nog niet gedeeld met de Chinezen: in X’ian werd mij op 24 augustus medegedeeld dat mijn visum alleen maar met 15 dagen werd verlengt. Kortom, opzouten, China uit en dat al over twee weken. Een serieus probleem aangezien ik pas op 3 oktober vlieg vanuit Beijing. Waar moest ik die 3 weken heen? Mongolië? Nepal, India? Ik heb China daarom gehaat. Wat nu als mij een verlenging werd geweigerd en ik ergens in Centraal China zou zitten? Wat moest ik doen? Positief blijven was het antwoord, alles komt altijd goed... ik kon niet zomaar mijn motto laten vallen...

We vertrokken nog steeds zonder verlenging van mijn visum uit X’ian en besloten het er op te wagen en gewoon richting Tibet te reizen en in Golmud (de laatste Chinese stad voor Tibet) alles in 1 keer aan te pakken. Visum en Permit. Wel op de laatste dag van mijn Visum, mooi, living on the edge! Zwart of rood, alles of niets...

Er zouden toch wel ambtenaren zijn die voor een extra-tje versneld een visum in combinatie met een permit wilden afgeven? Op het station in X’ian kregen we te horen dat we niet naar Golmud mochten reizen... Rara, waarom zou dat nou zijn....? Daar hadden we een uitnodiging voor nodig. Oplossing was een ticket naar Xining. (de stad voor Golmud). Maar de eerste signalen waren daar, dit kon niet missen, als we het voor elkaar kregen dichterbij Tibet te komen, moest die permit (en mijn visum) makkelijker te regelen zijn!

En ja hoor in Xining kregen we de eerste illegale aanbieding. Per bus naar Tibet, zonder permit.
De NL ambassade had mij dit ten zeerste afgeraden. De Chinese overheid is onverbiddelijk, zeker tijdens de spelen. Straffen zijn hoge boetes, uitzetting en gevangenis.

Dit aanbod sloegen Amy en ik af.

En toen begon de zon begon eindelijk te schijnen in China....!

Op het station benaderde een Chinese gids ons en bood zijn diensten aan. HOERA! Iemand die goed engels sprak! Niu (spreek uit: “nieuw”) was onze rots in de branding. Hij was onze gids en dat scheelde zo veel tijd! Eindelijk communicatie met de locals, eindelijk een korte uitleg aan een taxichauffeur in plaats van een toer door de stad! Mijn Visum kreeg ik in 1 dag voor elkaar en wel met 1 maand verlenging. Hoe kan dat nou? Ik begreep er niets van maar was meer dan blij verrast en dat alles helemaal legaal! (alles komt altijd goed.... dat zeg ik toch...)
De permit hadden we in 3 dagen rond. Samen met Niu wachtte ik vanochtend een Tibetaan op die met de trein vanuit Lhasa kwam.

Hij had onze permit in zijn tas....

Daar zit ik dan, op mijn bed in de trein. De eerste nacht zit er op en Amy en ik gaan zo een vreugde biertje drinken in de luxe restauratie. We zijn met trein in de Himalaya boven de 5000 meter, op het Tibet Plateau, een uitgerekte steppe met sneeuw en een hoge gletsjer hier en daar. Als men wil is er zuurstof beschikbaar in de trein, maar wij voelen ons prima! Ik kan niet wachten! In Tibet zullen we o.a trekken naar het Mt. Everest base-camp. Hoe spannend!

Na de 7-daagse toer, dalen we langs de grens met India en Myanmar naar Zuid-China naar Shangri La. Daar zullen we nog een trekking doen. De grens met Nepal (Freedom Highway) is nog steeds gesloten, dus Nepal zal niet meer lukken. Helaas, maar ik ben zo dankbaar dat ik naar Tibet kan!


Op 28 september vlieg ik naar Honolulu om mij weer te verenigen met mijn kites... Keep you posted!
Degene die mijn hele verhaal heeft gelezen, gefeliciteerd, je hebt het gered, ik laat je weten hoe mijn queeste China en Tibet eindigt en hoe Zuid China zal zijn. (laat eens een reactie achter....ben benieuwd)


Wil je mijn foto’s van de spelen en mijn trip door China zien? KLIK dan HIER

Sjoerd

maandag 11 augustus 2008

woensdag 30 juli 2008

Appels, eieren en een geweldig weerzien!


Ik stak gisteren met de trein de grens over van Hongkong (wat al China is) naar China. De Chinezen zijn bang voor alles wat met een “isme” eindigt. You name it en zij zijn er bang voor. Extremisme, terrorisme, vandalisme en hooliganisme.

Ik moest door meerdere scanners, er was een wandelende worst met een jasje (hond-achtig) die rond mijn benen snuffelde. En uiteindelijk hebben de Chinezen mij aangehouden.... ik had namelijk een appel in mijn tas.

En dat kan natuurlijk niet!

Grensoverstekende appels zijn verboden. Heel logisch want Chinezen begraven eieren en die graven ze jaren later weer op en verkopen ze dan als delicatesse, maar een verse appel, nee, dat is een staatsgevaar. Het mooie is dat appels haarfijn te zien zijn op de scan. De mooie groene en rode kleur is prima te zien door de desbetreffende ambtenaar….

Ik begreep er niets van. De naar de televisie starende mevrouw riep naar mij: "weet, weet" (wait), "foet,foet, foet"(ze bedoelde food, maar het klonk heel anders). Ik keek naar mijn voeten omdat ik dacht dat ik via het verkeerde poortje was gelopen. Anyway een lang verhaal kort. Ik was vergeten dat ik die appel die ochtend had ingepakt als appeltje voor de dorst, maar toen ze mijn totale tas had uitgepakt en de appel met een tevreden glimlach op haar mond te voorschijn toverde als een waar veroverde trofee, begreep ik wat ze bedoelde. Ik kreeg een papier met een aantal stempels dat mijn appel in beslag was genomen. Ik dacht dat het een boete was, maar dat werd in gebroken engels ontkracht. Gelukkig. Toen ik lachend tegen de vrouw zei dat het een hele lekkere appel was en dat ik haar veel eetplezier wenste, werd ze boos op me. Ik ben toen maar snel doorgelopen.... Chinees vuurwerk, een kort lontje....

Maar stiekem had ik nog een appel bij me en die heb ik lekker gehouden.
Vanaf die appel schrijf ik jullie mijn laatste update.

Op de befaamde boottrip van Labuanbajo naar Sape (Sumbawa) was naast mijn vrienden uit NL met wie ik een week was opgetrokken op het scheepje naar Flores, ook een ander stel opgestapt.

Kelly en Sander op reis.

Kelly in de afrondingsfase van haar afstudeeropdracht voor haar masters en Sander, retired marine man, lekker op reis samen met Kelly.

We hadden een vergelijkbaar programma. Zij gingen hun Indo trip ook afronden met een motortour over Bali. Ik wilde het zelfde doen. Ik huurde dan ook een Suzuki 250CC en toerde eerst zelf een paar dagen naar mooie plekjes op Bali en ontmoette Sander en Kelly aan de Noordkust.

Ik had het duiken al een beetje opgegeven. Op de een of andere manier trok het me niet meer zo. Maar toen Sander mij zei dat ze op het wrak de USS Liberty zouden gaan duiken in het Noorden van Bali, was dat voor mij toch wel een uitdaging. Sander is duik instructeur en dat gaf mij na 4 jaar voldoende zekerheid om de gok te wagen.
Het was prachtig. Ik kwam onderweg van alles tegen. Maar de Baracuda die mij glazig in de ogen staarde en langzaam zijn mond opende en mij de serie dodelijke tanden liet zien en doodstil (ondanks de onderwater aanwezige deining) op zijn plek bleef hangen, was een indrukwekkende aanblik.

Duiken op dit wrak is bijzonder. De USS Liberty, een Amerikaanse bevoorrader, is gedurende WWII door de Japanners naar de kelder geholpen. Het wrak ligt 200 meter van de kust en in tegenstelling tot andere duiken kun je gewoon vanaf het strand het water in wandelen en je zelf laten zakken tot +/- 30 meter. Het was prachtig.

Na dit avontuur splitsten onze wegen zich weer en reed ik naar Ubut. Daar was de grootste crematie ceremonie sinds 10 jaar.
Indonesië is het grootste moslimland ter wereld. Maar Bali is het enige eiland van de 17.000 eilanden die Indonesië telt, wat (grotendeels) Hindoeïstisch is.
Het was tijd om te cremeren had men uitgerekend.
Ongeveer 250.000 Indonesiërs woonde de crematie bij van Tjokorda Gde Agung Suyasa, het hoofd van de koninklijke dynastie van de Ubud. Het was de grootste crematieplechtigheid sinds mensenheugenis op Bali, met een 2 kilometer lange processie.

De Ubud-dynastie is een van de meest gerespecteerde koninklijke families op Bali. Zij vluchtten in de 15e eeuw van het naburige eiland Java na de val van het hindoeïstische Majapahit-keizerrijk. De processie, waarbij een rijk-versierde, met stiermotieven versierde draagbaar door de stad werd gedragen, had een lengte van 2 kilometer. De Ubud-dynastie is een van de meest gerespecteerde koninklijke families op Bali. De draggers wisselden elkaar iedere paar honderd meter af en het was meer dan indrukwekkend. De Ubut inwonders waren door het dolle heen.

Kijk voor mijn Bali Tour, hier

KLIK voor een filmpje van de processie, GEKKENHUIS!

Op de motor terug naar Kuta, voor de laatste keer. Ik ontmoette nog een keer mijn Amsterdamse maatjes die juist terug kwamen van de Ringani tocht en door het dolle heen waren van het avontuur. Ik stapte om 00:30 op het vliegtuig naar Singapore. O wat had ik een zin om na 2.5 maanden mijn zus, nichtje en Dirk weer te zien!

Om vijf uur belandde ik in bed en werd om 8 uur wakker. Ik stond op, zonde van de dag om te blijven liggen, het was zaterdag en Mariken en Dirk waren beiden vrij. Ik loop mijn kamer uit en zie wel een hele oude Mariken met Tessa aan de ontbijttafel zitten…..

En op dat moment begon mijn wat slaperig brein te werken….

Het was niet Mariken. Het was mama! MAM, WAT DOE JIJ HIER?

De grootste verrassing. Na 10 maanden weerzien, een heerlijk weekeind. Samen op pad, biertjes drinken en genieten van alle verhalen van beide kanten. Met Mariken, Tessa en Dirk op pad. Een heerlijk en fijn moment. Maandagavond was het feest voorbij. Althans het feestje met mam. Zij vloog weer terug….

Ik ben een week gebleven en toen was het tijd voor de laatste fase van mijn reis:
• Hongkong
• Guangzhou
• Hangzhou
• Shanghai
• Beijing, SPELEN!!!!
• Tibet

En op 3 oktober vlieg ik naar Honolulu, waarna ik op 14 oktober naar Vancouver Island vlieg om mijn broertje met vrouw en kroost te ontmoeten.

Uiteindelijk was ik geweldig blij dat Jane de kaarten voor de Olympische Spelen naar mijn zus in Singapore had expressed per post. Ik stond op het vliegveld in Singapore en werd geweigerd op mijn vlucht. Ik had geen ticket Hongkong uit en (nog) geen visum voor China. Sjoerd dus niet vliegen.
Maar de kaarten, de hotel reservering en een gezonde overredingskracht, dreigementen en lieve glimlachen waren voldoende om toch mee te mogen. 3 minuten voor vertrek zat ik op de vlucht.

In Hongkong is het echt gekkenhuis. Je kunt bij wijze de Visa van de straat oprapen. Daarom doen ze dus ook zo moeilijk om Hongkong in te komen. Overal zijn de Visa een probleem, behalve in Hongkong. Daar koop je op iedere hoek van de straat een Visum.

Ik leverde bij een mannetje in mijn hotel mijn paspoort en 1 pasfoto in en in 1 dag had ik mijn visum, het bespaarde me 3 dagen wachten op de ambassade en ik heb lekker van de stad kunnen genieten.

Keep you posted.
Inmiddels wel bekend toch? Hier klikken en dan de foto’s bekijken…..

donderdag 24 juli 2008

Laatste happen Nasi Goreng


Als je leest via Hyves worden leestekens veranderd. Waarom weet ik niet. Je kan ook lezen op mijn Blogger site

Bergen, water en lucht... wat een heerlijkheid in Indonesië.
Met vele mooie indrukken achter de rug geven de meer dan 17.000 tropische eilanden van Indonesië een bijzonder karakter aan mijn reis. Met nog iedere dag zwarte voeten van het stof van de vulkaan Rinjani in mijn schoenen, boekte ik mijn 4-daagse toer op de boot van Lombok naar Labuanbajo, Flores.

Recept: men verzamelt 40 toeristen, drie vijftig jaar oude vissersbootjes omgebouwd tot cruise schip.
Voordek: verblijfplaats overdag. Achterdek boven de stuurhut: 15 mans hut. Als toefje op de pudding plaatst men een grasmaaiermotor op de kielbalk van het scheepje en op het voordek een van vuilniszak gefabriceerde fok. De kapitein bereidt 3 keer per dag een andere variant van Nasi Goreng, ik ben er niet vies van, heerlijk zelfs! Zorg wel dat je tussen de meest romantische eilanden met witte stranden met bewoners: de oudste reptielen van de wereld, door vaart...

Resultaat: schattig scheepje, heerlijk eten en een boottrip die ik niet snel meer zal vergeten.

We zouden reizen met 3 boten zoals ik al zei. Er waren nog wat wisselingen van bezetting tussen de boten en op een vrij natuurlijke manier werd de verdeling van passagiers gemaakt. Boot A: bejaard. Boot B: in de overgang en boot C: je raadt het al, het jonge gespuis waaronder 1 bejaarde. Ik: opa.

In de bus naar de boot bleek ik naast een Nederlands stel te zitten, Jeanette en Dinand. JenD op reis. Net klaar met de studie. Nyenrode, de wereld is echt niet zo groot als hij lijkt. We kletsten over de huidige stand van zaken en ik besefte mij dat de tijd niet zo snel gaat als het lijkt… Alles nog steeds het zelfde. Twee nuttige conclusies in een paar minuten. Reizen is mooi.

Vlak voor het afmeren klauterden er nog snel 3 Nederlanders op het schip. Olf, Daan en Wout. Programma van de boys: op een korte variant van mijn wereldreis: 3 maanden Indonesië.

De boottrip was geweldig. Eindelijk na 9 maanden even in een varende enclave, heerlijk de hele dag Nederlands praten. De rest van het varende gezelschap was redelijk gezellig, een paar Amrikanen, Britten en Kroaten. Op de teleurstelling van een paar gestolen Coca Cola en sinasappelen na, verliep de reis voorspoedig.
De hoogtepunten waren het zwemmen naar onbewoonde eilandjes, frisbeeën op het strand, berg beklimmen en op de top biertjes drinken. Wel een warm biertje, want na drie dagen is het ijs in de vrieskast van piepschuim wel gesmolten… maar dat mocht de pret niet drukken. Biertje=biertje. De absolute toppers waren Rinca en Komodo met haar bewoners, de Komodo draak, of varaan.

Alles wat je over de Komodovaraan kunt vertellen is indrukwekkend. Zijn oorsprong, zijn lengte, zijn slangentong, zijn onderkaak en zijn giftig speeksel. Het eiland Komodo leidde lang een onopgemerkt bestaan tussen de grotere eilanden Sumbawa en Flores. Het grillig gevormde Komodo was met zijn kale en droge heuvels ook niet geschikt voor landbouw. Volgens de toenmalige machthebbers deugde het slechts als ballingsoord voor hun criminelen. Zo is het enige dorp, Kampung Komodo, ontstaan. Het bevindt zich in de oostelijke inham van het eiland en herbergt enkele honderden nazaten van de eerste inwoners. Ze leven van visserij, voornamelijk op inktvissen, en richten de blik vooral zeewaarts. Op de rest van het eiland wagen zij zich niet. Daarvoor hebben zij te veel respect voor hun legendarische medebewoner, die hen in aantal overtreft: de Komodovaraan. Onlangs werd er nog een locaal meisje door een Komodovaraan aangevallen en kwam om het leven. De Komodo’s kwamen in 1911 voor het eerst in het nieuws. De Nederlander Van Hensbrack ving tijdens een expeditie met het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) op Komodo enkele exemplaren en bracht ze naar 's Lands Plantentuin in Buitenzorg, het huidige Bogor. Geruchten over zeven meter lange draken deden al enige tijd de ronde, nadat parelduikers op Komodo hadden aangelegd en een glimp opvingen van de reusachtige dieren. P.A. Ouwens, curator van de Tuin, onderzocht de 'draken' en concludeerde dat het varanen waren: hoogontwikkelde hagedissen die goed kunnen klimmen, zwemmen en lopen. Varanen komen op vele plaatsen in de wereld voor, maar zijn nergens zo groot als op Komodo. De dieren waren geen zeven meter, maar haalden toch makkelijk een lengte van drie meter. Het belang van de ontdekking werd snel erkend. De Komodovaraan stamt waarschijnlijk af van de dinosaurus. Fossielen voeren terug tot het vroege Eoceen, zo'n 60 miljoen jaar geleden. De poten zijn voorzien van scherpe klauwen, maar zijn machtigste wapen is zijn speeksel. Dat is zo giftig dat hij er elke prooi mee kan vellen. Een beet van een varaan heeft een gevaarlijke infectie tot gevolg. Omdat het dier een sterk reukorgaan bezit en bij het jagen afgaat op de geur van bloed, draagt de parkwachter die bezoekers begeleidt, altijd een gevorkte stok bij zich om eventueel aanvallende varanen te stuiten.Varanen brengen hun eerste levensjaren in een boom door, omdat ze anders kans lopen ten prooi te vallen aan hun moeder of een ander vraatzuchtig volwassen exemplaar. Pas als ze door hun gewicht uit de boom vallen, leven ze beneden verder. (bron:http://www.djoser.nl/rondreis_indonesie/_magazine/669/)

Na 4 dagen kwamen we aan in Labuanbajo. Een ingeslapen stadje op de Westelijke punt van Flores. De bevolking is vriendelijk en valt je niet lastig. Overigens, dat is opvallend van Indonesië, het gedrag verschilt van eiland tot eiland. Ook al ligt er maar 5 mijl tussen twee eilanden. De cultuur, gedrag en geloof kan totaal afwijkend zijn.
We zouden de volgende dag vertrekken met de ferry naar Sumbawa. Een vijf uur varen.

Je raadt het al, de ferry bleek de komende dagen niet te varen. Na lange onderhandelingen versierden we een plekje op een behoorlijke vissersboot met een stevige motor. Dat beloofde veel goeds. Aangezien deze boot uren later vertrok, was de aansluiting met onze bus naar Lombok discutabel, echter de kapitein was overtuigd dat we de aansluiting niet zouden missen.
Bij het starten van de indrukwekkende motor knapte de V-snaar. Waarom zou je een reserve snaar meenemen als de huidige al vijf jaar meegaat? Zeker als de stromingen tussen de eilanden verraderlijk zijn en de trade wind altijd richting het zuiden (Australië) blaast? Juist, daarom dus! Gelukkig brak de snaar in de haven en werd er binnen afzienbare tijd door de tweelingbroer van Patrick kluivert wederom alternatief vervoer geregeld… deze stap was alleen misschien een brug te ver….

We zouden met een watertaxi naar de andere boot worden gebracht. Nadat we 10 minuten in het veel te kleine bootje met veel te veel mensen achter een eilandje buiten de haven lagen te dansen op de aanzienlijke golven, werd het ons duidelijk. Patrick deed niet onder voor zijn naamgenoot en was een net zo grote zwendelaar. De havenbelasting werd omzeild en de kapitein van de watertaxi kreeg het benauwd… Of we even op het strand wilden wachten…? Haha, NEE..! Na een half uur doemde een houten scheepje op. De Kleine Kapitein pikte ons op. Met 40 locals, 100 kilo fish paste voeren wij een zee op, die steeds wilder werd.
Terwijl de kots ons om de oren vloog realiseerden we ons, dat niemand wist dat we op dit scheepje zaten en dat we dus niets anders konden doen dan hopen op een veilige thuishaven…

De golven werden groter en groter, de wind nam toe en de Kleine kapitein, rookte peuk na peuk in zijn stuurhutje zonder radio. Aangezien zijn scheepje wel was aangeleverd met de authentieke grasmaaier echter zonder licht, kwamen de vuurtorens op Sumbawa prima uit. Na een korte discussie tussen de kleine kapitein en zijn vrind bepaalden ze welke vuurtoren het moest zijn en al in het donker pruttelden we het laatste stuk open zee op tussen Komodo en Sumbawa. Onze haren, kleren en tassen werden verder doordrenkt met zeewater en fish paste (pastij van vermaalde gedroogde vis). Het was een helse tocht. Liters water sloegen over de passagiers heen.
Toen ik weer signaal kreeg op mijn GSM, was ik toch wel erg blij. Dit nooit meer. We waren gered van een stuk drijfhout richting Australië.
We wisten bij vertrek niet dat we illegaal op het overladen scheepje zaten, dus voorkomen was geen optie geweest, maar toch… gewoon geen wateravonturen meer op deze manier. Om 23:00 arriveerden we in de haven na een helse tocht van 9 uur i.p.v. 5 uur… gelukkig was iedereen in orde en stonden we op de kade na te rillen en nog door te deinen op de golven.

Hoe een paradijselijke tocht kan eindigen in een helse overtocht….

We stapten de volgende dag in de bus naar Lombok.

KLIK voor de foto's van dit avontuur

donderdag 10 juli 2008

Mount Ringani

Kuta Beach Bali bleek de zelfde hub te worden als Saigon een aantal maanden geleden. Iedere keer als ik een nieuwe trip ga maken, is Kuta Beach, Bali, mijn startpunt. Ik slaap een nachtje in mijn favoriete Guesthouse en start de volgende ochtend aan een nieuw deel van mijn trip.

Borneo achter mij gelaten en Lombok, Sumbawa, Rinca, Komodo en Flores in het vizier stapte ik om 06:00 in Kuta Beach in een minivan. Hoe en wat mijn plannen exact waren was nog niet helemaal duidelijk. Eerst wilde ik eigenlijk een vlucht nemen naar Luabanbajo (Flores) en vanuit daar op een boot een 4-daagse cruise maken naar Lombok om daarna de een na hoogste vulkaan te beklimmen, mount Ringani. Echter, het is hier volop schoolvakantietijd en alle vluchten zaten vol en waren daarnaast in prijs twee maal zo duur. Geen optie dus. Dan de trip maar andersom en een 20-uur busrit als retour naar Bali.

De minivan bracht mij naar de verroeste ferry waar ik al een keer over geschreven heb. Op Lombok aangekomen boekte ik bij een op het eerste gezicht een prima te vertrouwen en aardig ogende local een trip naar de Ringani. Wat ik tot nu toe deed en wat prima beviel was met de desbetreffende verkoper bespreken of we elkaar recht in de ogen konden kijken en of hij eerlijk tegen me was betreffende de prijs van de trip. Een goede tip staat daar tegenover. Hij kwam zeer overtuigend over en daarom boekte ik direct de 4-daagse bootreis naar De Komodo en Rinca islands bij de trip naar de Ringani. Zijn prijzen waren veel hoger dan de prijzen in de Eenzame Planeet, maar dat is op zich niet verwonderlijk omdat het boek nog nooit heeft geklopt als het gaat om de prijs indicaties. Of ik direct het gehele bedrag dan wilde betalen. Dat beviel me niet. Ik wilde geen 300 USD bij een vreemde achterlaten en de komende 10 dagen ineens betalen. Dat was allemaal moeilijk, maarja, ik had de knaken in de zak dus ik bepaalde hoe het ging lopen. Geen betaling in advance dus. Het gaf me geen goed gevoel. De jongen was te gretig.

In eerste instantie zou ik alleen met een gids en een drager de 3-daagse klim gaan maken, ik wilde niet het risico lopen om een een of andere dikke Europeaan omhoog te moeten slepen. Echter, na een afschuwelijke rit in het donker van Mataram naar het vertrekpunt voor de tocht, we werden door het roekeloze rijgedrag van mijn driver bijna doodgereden door een truck, bleek dat ik de tocht zou gaan maken met twee Nederlandse jongens en een Brits meisje. Direct kwam ik er achter, de jongens vertelde mij wat zij hadden moeten betalen, dat ik meer dan een half miljoen Rupiah te veel had betaald. Gelukkig had ik de boottocht dus nog niet betaald, dus ik blijf vertrouwen op mijn intuïtie. Ik belde de desbetreffende verkoper en cancelde met veel moeite de boottocht die ik eerder bij hem regelde, uitte mijn teleurstelling en regelde een nieuwe trip later bij een locaal kantoortje voor bijna de helft van de prijs. De eerste keer tijdens mijn 9 maanden werd ik goed opgelicht. Beetje bij de les blijven dus, maar wel jammer, ik heb geen zin om iedere keer zo op mijn hoede te moeten zijn. Wat dat betreft is Indonesië tot nu toe wel het meest lastige land.

De toch begon op zee niveau en het tempo was hoog, maar prima. De jongens en het meisje waren zo fit dat we na 20 minuten de gids al gelost hadden en de dragers (2) waren al helemaal in geen velden of wegen te bekennen. Eenmaal bij het eerste tussenstation (een soort hutje in het bos) wachtten we op Jockey, de gids. De dragers kwamen na een half uur aan en bereidde een heerlijke lunch. De middag bereikte we de rand van de krater en lieve lezers, wat een verrassing. Het laatste gedeelte van de klim was echt pittig, maar mijn dieseltje bleef lekker doorlopen en ik bereikte zonder moeite de rand en wat ik toen voor ogen kreeg was adembenemend. Er doemde een helblauw meer op met in het midden een kleine krater. (zie foto’s) Ons tempo was dusdanig hoog dat de andere klimmers deze dag de rand niet bereikten en we dus helemaal alleen in het kampement overnachtten.
Als ik me goed kan herinneren: de Ringani ontplofte 400 jaar geleden en er vormde zich in het midden een nieuwe kleine krater. In 1996 brak de kleine krater opnieuw uit en de laatste uitbarsting was een kleine, in 2004.

We kampeerden op de richel, boven het wolkendek en hadden een prachtige zonsondergang met in de verte de vulkaan van Bali in het vizier. Ik las mijn boek op de helling van de vulkaan tussen het hoge gras. Met Blof op mijn Ipod, een heerlijk boek en het fenomenale uitzicht kom mijn dag niet meer stuk. Prachtig.
Direct na de zonsondergang zakte de temperatuur van een graad of 30 naar onder de 10 graden. Bizar. Dit gebeurde binnen10 miuten. De dragers hadden het eten klaar en met een heerlijk gevulde maag begaven we ons maar direct onder de wol, want het was te koud om nog buiten te blijven. De warme deken stond al aan, want de grond was hard, maar nog heelijk warm van de brandende zon overdag.

De ochtend daalden we af naar het meer en zwommen in de hot springs. Een heerlijke warme waterval spoelde het stof van onze lijven en we startten met de eerste etappe van de klim van de top van de Ringani (+/-3900 meter). Eenmaal op de andere kant rand van de vulkaan aangekomen sloegen we ons kampement op. We klommen rond de 1750 meter per dag. De dragers kookten weer een heerlijk gevarieerd maal, een prima Nasi Goreng. Ongelofelijk wat die jongens op hun slippertjes mee naar boven sjouwen en dan klaar kunnen maken op hun houtvuurtje, respect. We doken om 18:00 ons bedje in want om 02:30 ging de wekker. We klommen in het pikkedonker door het gravel van de vulkaan in een te rap tempo omhoog. Waarom te rap? We waren te vroeg boven (een uur voor de zonsopgang) en het was er zo gierend koud en winderig (+/- 0 graden) dat we daar moesten wachten en dat was werkelijk geen pretje. Met een man of 8 kropen we achter een rots tegen elkaar om de kou enigszins tegen te gaan. Maar wat we toen te zien kregen is met geen pen te beschrijven. De zon kwam op en achter de vulkaan vormde zich de schaduw van de berg. Zo verschrikkelijk mooi. Wat ben ik toch een geluksvogel dat ik dit allemaal kan en mag meemaken!

Terug in het kamp even een ontbijtje, pannenkoek met banaan en we daalden af naar een dorpje aan de voet van de vulkaan en reden in een busje naar het vertrekpunt waar we onze tassen pakten om te beginnen aan mijn volgende avontuur.... de 4-daagse cruise naar Komodo, Rinca en als eindbestemming Luanbanbajo.

Stay tuned,

Sjoerd

maandag 23 juni 2008

Het Junglebook


(als je mijn blog via hyves leest: KLIK dan hier, dan kom je op Blogger, waar het origineel staat...

Zondag 22 juni 2008, Pontianac airport, Kalimantan (Borneo)

Een ruime week geleden schreef ik mijn laatste update sinds een lange tijd. En aangezien ik net uit Ketapang ben opgestegen in een heel klein vliegtuig, op zich een leuke ervaring, ik geloof niet dat ik ooit in een propellervliegtuig heb gezeten en hier in Pontianac, een doodsaaie stad, 2 uur moet wachten op mijn aansluiting naar Jakarta, heb ik besloten om mijn ervaringen van de afgelopen week op het digitale papier te zetten.

Mijn eerste “moleskine” notitie boek is vol. Voor diegenen die niet weten wat dit is: het is een zwart leren notitieboek, een concept dat al honderden jaren bestaat. Diverse kunstenaars waaronder de “groten der aarde”, maakte hun schetsen en aantekeningen in dit lederen boekje met de befaamde elastiek die alle losse notities, kaartjes en herinneringen op zijn plaats houdt en daardoor was dit boekje van onschatbare waarde voor hen en is nu ook voor mij zeer waardevol geworden. Ik schrijf bijna wel iedere dag een stukje van wat ik mee maak op het gebied van avontuur en emotie. Ik gebruik het boekje ook als leidraad om mijn stukjes voor mijn weblog te schrijven. Daarnaast bevat het adressen van guesthouses, medereizigers, etc, ect...

Ik vloog dus na een maand Indonesië op de 12e van juni naar Kuching (Maleisië) met als hoofdreden om mijn visum te verlengen en in het hoofd een ruw plan om Kalimantan (Borneo) in te trekken en daar te bekijken wat de mogelijkheden waren op het gebied van jungle trekking. Ik zag op tegen het isolement omdat er praktisch geen toeristen van Kuching Indonesië in trekken. West Kalimantan wordt praktisch niet bezocht door toeristen. Mijn bestemming, het Maleisische of Indonesische deel van Borneo (Kalimantan) hing af van de snelheid waarmee ik mijn visum voor Indonesië kon krijgen. Dat was namelijk verlopen. Met wat glimlachen en zielig doen had ik het visum in een paar uur geregeld. Kortom, ik kon direct terug Indonesië in. Het avontuur, Kalimantan, het enorme eiland begroeid met regenwoud, bevolkt door koppensnellers en Orang-oetangs levend in het wild lag te wachten op mij, de reiziger.

De volgende morgen op zaterdag de 14e juni zat ik om zes uur in de bus uitkijkend op een trip van ruim 10 uur.
Voor jullie informatie: de buschauffeurs zijn geschift (ofwel geestelijk incapabel) in Indonesië. Trouwens, eigenlijk iedereen in het bezit van een stuk ijzer met wielen en een draaiende motor schijnt zich harder te moeten voortbewegen dan zijn medeweggebruiker. Dat je met een touringcar een vrachtwagen inhaalt die op het zelfde moment ook bezig is om een bromfiets in te halen, met in het vizier een met grond geladen truck, maakt niet uit. Je MOET er voorbij, je wilt simpelweg inhalen want dat zit in je natuur, dat is een must en dat alles op een met gaten gevulde straatweg.
Acceptatie: dit is nu eenmaal zo in Indonesië. Het beste wat je dan ook kan doen in een (mini)bus is een boek lezen en niet meerijden (lees: op de weg letten). Het geeft vertrouwen dat de bus waar je je in begeeft ouder is dan jijzelf en dat het dus al ruim (bijna 40) jaar goed is gegaan met het voertuig en haar inzittenden....

Aangekomen in Pontianac was ik gaar, ik wilde een hotel en slapen. Ik huurde een motor taxi, reed door de stad om op zoek te gaan naar de express ferry om een kaartje te kopen voor de volgende morgen naar Ketapang. Helaas, volgeboekt. Maar mijn drivertje wist wel een ander adresje. Ik wilde voor geen goud in Pontianac blijven en zo snel mogelijk naar Ketapang om te kijken of ik het hoofdkantoor van “Gunung Palung National Park” kon vinden om een permit te regelen om een trekking te maken. Dit zou volgens de informatie die ik in de Lonely Planet en op internet kon vinden praktisch onmogelijk zijn aangezien je een tolk bij je moest hebben en daarnaast vooral veel geld en geduld om binnen te komen. Niemand zou engels spreken in Kalimantan en ik moet zeggen, de Eenzame Planeet heeft niet vaak gelijk, maar op dit vlak kon ik ze geen ongelijk geven... niemand spreekt engels. Handen en voeten zijn nodig om je verstaanbaar te maken.

Maar dit park, Gunung Palung National Park, lokte! Het riekte naar avontuur en het park is speciaal want de Orang-oetangs leven er in het wild. In de andere parken zijn de apen semi-wild.
Wat wil dit zeggen, semi-wild? Aangezien door de “illegal logging” in de jaren 1900-2000 in Kalimantan de houtkap zo groot was werden de leefgebieden van de diverse diersoorten sterk verkleind. In sommige gebieden werden de Orang-oetans zelfs een bedreigde diersoort. Zo werden om verschillende redenen de Nationale parken opgericht. Tegengaan van illegale houtkap en het redden van flora en fauna. Er werden diverse projecten gestart om (verschillende soorten) apen en andere diersoorten te redden. Veel universiteiten van overal ter wereld doen onderzoek naar het wildlife in de parken. In “Tanjung Puting National Park” (Dit is dus niet het park waar ik naar toe onderweg was maar in Zuid Kalimantan, dicht bij Kumai) zijn de dieren iedere dag te vinden op de speciale voederplaatsen (onderzoek sites) en ben je redelijk verzekerd van het zien van deze prachtige, krachtige dieren. In Gunung Palung is dit totaal anders. Er word ook onderzoek gedaan door de Universiteit van California en Harvard, maar er zijn geen projecten om de dieren te voederen of om ze naar een specifieke plaats te leiden. De truc in Guning Palung is dat er locals worden ingehuurd die de dieren volgen en een radio meenemen en de onderzoekers vertellen waar de Oerangs zijn. In Gunung Palung zwerven de Orang-oetans door de jungle op zoek naar fruit en bouwen iedere middag vanaf een uur of vier een nieuw nest om de nacht door te brengen. Dit is de beste tijd om ze te vinden want dan hoor je van kilometers afstand het breken van bomen en takken. Een volgroeid mannetje heeft de kracht van 8 gezonde knappe kerels (zoals ik). De Orang-oetan weegt tot honderd kilo, komt in tegenstelling tot de gorilla praktisch nooit op de grond. Een enkele keer daalt hij neer om te drinken uit een beek of rivier. Maar dat wordt het liefst voorkomen door water van bladeren en uit holtes in de bomen te drinken. De vochtigheidsgraad in het regenwoud is zo hoog dat de regen en damp hoog in de bomen voldoende resources biedt voor de apen.

Ok, genoeg informatie over de roodharige apen, hoe verging het mij verder?

Het was zeer onzeker of ik het park in kon, afgaande op de informatie van internet en de LP. Maar, ik schreef er al eerder over, er reist een klein engeltje mee op mijn schouder. Ik zat op de kade, om een uur of 6 te kijken naar het laden van de varende raket waarmee ik in 6 uur van Pontianac naar Ketapang zou planeren. De boot kan 180 passagiers vervoeren. Heerlijke vliegtuigstoel en je kunt zo nu en dan even wegdommelen en daarna naar buiten even uitwaaien en een wandelingetje maken. Daarnaast zit je niet in een bus ieder moment de minuten af te tellen, het is gewoon lekker genieten op zee. De boot vaart tussen de eilanden door, dus de deining is miniem, kortom, een heerlijke manier van reizen.
Even daarvoor, wachtend op de kade werd ik benaderd door een Indonesiër. Dit gebeurd overigens wel vaker in Indonesië...
Meestal is het hun engels te oefenen en ik ben nooit te beroerd voor een praatje. De Indonesiër stelde zich voor als Hendra. De oplettende lezer denkt nu, “Hendra, die naam heb ik eerder gehoord”. Klopt als een bus. Hendra was de jongen die ik in Pandangaran aan zijn huis hielp. Hendra 2 vroeg mij wat ik ging doen in Ketapang? Op zich een logische vraag. Ik was de enige westerling op de kade, vermoedelijk in de hele stad en ik wilde verder West Kalimantan in, iets wat bijna niemand doet. “Gunung Palung National Park” was het antwoord. Hij antwoordde: “daar werk ik”. Ik keek hem ongelovig aan. “Mijn vrouw en kind wonen hier in Pontianac en ik werk en woon in Ketapang”. Het Engeltje giechelde hoorbaar tevreden op mijn schouder. Ongelofelijk dacht ik bij mijzelf, waar heb ik dit allemaal aan te danken? Alles, maar dan ook alles gaat zoals ik het wil....

Hendra en ik hadden tijdens de bootreis eindeloze conversaties over de verouderde informatievoorziening op internet en de slechte en verouderde informatie in de Reisbijbel Lonely Planet: de eenzame maar zeker verouderde Planeet waar verkeerde telefoonnummers en adressen in staan. Een groot probleem voor het ecotoerisme, want zo slaan de reizigers het park over in hun planning, zeker als je maar 2 of 3 weken hebt.
Daarnaast werd ik als enig “witgezicht” door de kapitein in zijn stuurhut uitgenodigd om Javaanse koffie te drinken en door de van Cretek sigaretten blauw staande stuurhut over de zee uit te kijken. Spectaculair en een kunst op zich om tijdens het kijken over de zee je ogen open te houden in de stuurhut, zonder dat de rook van de kapitein en zijn 4 man’s crew, je oogbollen uit haar oogkassend deed vallen.
Het was voor de chief een perfecte gelegenheid om op te scheppen over zijn twee keer 2000 HP (Horse Power) engines. Ik moet toegeven, het waren krachtige motoren, zo’n stalen bak en dan zo rap over het water. Een leuke ervaring.

Hendra nodigde mij uit in zijn huis en ik bood hem aan mee te denken hoe de informatievoorziening kan worden verbeterd.
Een goede en up to date internetsite? Een site is er, echter alleen in het Indonesisch en het laatst in 2002 geupdated. Heel nuttig voor vooral de westerse reiziger.

Hendra vertelde dat er door het national park een nieuw doel was gesteld om de aantallen eco-toeristen drastisch te vermeerderen.
Maar, zeg nou zelf, wie gaat er naar een afgelegen hoek van Kalimantan als hij/zij twee weken vakantie heeft en een jungletoer wil maken en het is onduidelijk of je na twee/drie dagen reizen niet eens het park in kan (afgaande op de informatie op internet en de LP)? Je bent dan al een week kwijt aan het op-en-neer reizen zonder dat je überhaupt het park in bent geweest... In mijn optiek niemand en dat klopt ook wel want ik was bezoeker nr.8 in 2008 en in 2007 waren er in totaal 50 eco-toeristen geweest... Een serieus communicatie en marketing probleem.

Maar mijn hoofddoel in Ketapang was avontuur en Hendra belde een paar collega’s. Binnen het uur was het geregeld! Mijn wens kwam uit! Ik ging het park in, het park waar ik het liefst naar toe ging maar waarvan het niet zeker was of het zou gaan lukken!
De week die voor me lag zou uit twee gedeelten bestaan. 3 dagen en 2 nachten in Lubuk Baji(Zuid westen van het park) en de andere 3 dagen en 2 nachten zou ik in Batu Barat (Noorden van het park) gaan doorbrengen.
Het was inmiddels zondagavond en we zouden de volgende morgen achter op de crossmotor van Hendra afreizen naar Sukadana waar een sub station van het centrale park bureau, is gevestigd (75km). Daar wachtte mr.Beng, een official van het park, op mij. We zouden inkopen doen en daarna een local guide oppikken om vervolgens het park in te trekken. Zo gezegd, zo gedaan...

Het was fantastisch en ongelofelijk indrukwekkend. We maakten een prachtige pittig stijgende trekking naar een campsite in het park gebouwd met geld van de overheid. Ik begon op mijn hardloopschoenen en de locals op teenslippers. Er werd gegrinnikt kijkende naar mijn schoenen. Ik vroeg mr. Beng wat er te lachen viel. Hij zei me, prima schoenen, mooi ook trouwens, maar misschien niet zo geschikt. Ik kon me mijzelf niet voorstellen op slippers door de jungle.

Probeer je voor te stellen, regenwoud. De grond is mega vochtig, stenen zijn glibberig en eigenlijk is alle reliëf onder je schoenen direct gevuld met modder. Dus met bepakking(ik had natuurlijk veel te veel bij me...) en een 80 kg lichaamsgewicht is het pittig stijgen een drama. Ik startte op mijn hardloopschoenen, verwisselde deze voor mijn slippers die na 500 meter plaats moesten maken voor mijn eigen voetzolen. Prima. Even wennen, maar de beste grip heb je in het regenwoud op blote voeten. De drogere stukken met gruis en stenen waren perfect met slippers.

De local guide, Idris blijkt een prachtig kereltje van een kilo of 45. Als hij moet lachen zijn er nog net 3 zwarte tanden te zien. Bergop heeft hij rokend als een stoommachine geen enkel conditioneel probleem, hij huppelt van steen naar steen, zwaaiend met zijn kapmes om de weg voor mij, reus uit het westen, het trek vrij te maken. Riekend naar vers gelegd asfalt is hij sinds 1974 al gids in het park.

Bij aankomst in de campsite werd direct een heerlijk gerecht sardines in tomatensaus met rijst bereidt. Dit maal was een geschenk uit de hemel na de 3 uur bergop in de jungle. Na een heerlijk bad in het beekje naast het kamp was ik weer zo goed als nieuw, met een kleine uitzondering daar gelaten....
De muggen waren meedogenloos. Lange mouwen en Deet, enige oplossing. Daarnaast had Hendra me gewaarschuwd voor malaria. De eerste keer tijdens mijn reis dat een lokaal iemand me wees op malaria. Vandaar dat ik tot nu toe nog geen pillen had geslikt. Lariam, puur gif. Bijsluiter er bij en Sjoerd aan een stootkuur Lariam. Nu is slapen niet een van mijn sterkste kanten, maar met een stootkuur Lariam was het echt feest. Wat mij betreft kunnen deze pillen direct op de zwarte lijst van geestverruimende middelen. God wat was ik er slecht aan toe. Maar de jungle maakte alles goed!

Ik probeerde een kleine siësta te doen in de hangmat in de hut omdat ik nog steeds aan het herstellen was van het vergif dat ik dagelijks slikte, maar tevergeefs. Na een minuut of twee stoof Idris de houten ladder op met mijn slippers in zijn hand, wees op mijn camera en gebaarde in handen en voetentaal dat hij een Orang-oetan hoorde....!

Bingo, de eerste dag al raak! We slopen de jungle in, trachtend zo min mogelijk kreupelhout tijdens het voortbewegen te breken. We moesten een heuvel op en natuurlijk, alles was glad en glibberig. Idris baande met zijn kapmes een pad door de jungle. Het was moeilijk om met mijn camera in de aanslag, zonder uit te glijden heuvel op door de modder en takken achter de mannen aan te komen. Opeens stond Idris stil en begon takken af te breken en onmenselijke geluiden uit te stoten.
Een meter of vierhonderd verder hoorde we een soort zelfde harde oerstoten en het geluid van breken van dikke takken. Het leek alsof iemand bomen op ons af aan het vuren was zo dik waren de stukken boom die de aap gebruikte om zijn nest te bouwen. Idris wees en ik keek... Prachtig, snel zwaaiend tussen de bomen vloog een oranje romp met enorm lange armen. Ons eenmaal in het vizier begon het mannetje van een jaar of 35 met grote flappen aan de zijkant van zijn gezicht indruk op ons te maken. Hij zwaaide van de ene boom naar de andere en speelde een soort verstoppertje. Het was bijna onmogelijk om goede foto’s te maken. Zelfs met een 400mm lens + de digitale zoom lukte het maar net 2 of 3 mooie plaatjes te schieten. Maar het ging eigenlijk helemaal niet om de foto’s, de Orang-oetang was indrukwekkend sterk, lenig en zoals Idris zei, sterker dan 8 kerels. (van zijn formaat of de mijne, ik weet het niet, maar geloof me, het was indrukwekkend....)

Ons diner bestond uit een heerlijk gerecht: rijst met sardines in tomatensaus. Idris bleek een gevarieerd kok. De vuurvliegjes vlogen als kleine feetjes om ons heen. Het leek alsof ik in een sprookje was beland. De hut werd verlicht door kleine olielampjes. Een gevoel van geluk maakte zich van mij meester...

Het was al vroeg dag, we stonden om 04:30 naast onze lakenzak en rieten mat (au!) om vanaf de “moonstones” de zonsopgang te zien over het dal. Prachtig, de zonnestralen schenen door de dauw door het moeras van het nationaal park. Vervolgens ontbijt, heerlijk, je raadt het al, rijst met sardines, dit keer wel in tomatensaus.

Omdat het die nacht volle maan zou zijn besloten we in de middag al af te dalen en vauit het dal de moonstones te bekijken die begroeid zijn met een bepaald soort algen. Als de rotsen worden verlicht door de volle maan, lichten de algen op. Prachtig gezicht.

Omdat we toch al in het dal waren, lieten we ons ophalen en brachten we de nacht door in de “staff house” van de organisatie van het Nationaal Park. Daar hadden alle rangers en andere werknemers van dat gedeelte van het park zich verzameld om voetbal te kijken. De Indonesiërs zijn gek van voetbal. Overal hangen schema’s van het EK en mensen, Belanda (Nederland) is helemaal de bong! Kortom, ik had de eerste twee wedstrijden van NL midden in de nacht (04:00 tot 06:00) gekeken en dacht deze pot te missen door mijn jungle trekking, maar zelfs in de bush konden we via de satelliet naar de wedstrijd NL-Slowakije kijken. Wie had dat gedacht?

Na de wedstrijd pakte we onze spullen en werden naar de haven van Melano gebracht. Over de rivier Milano maakten we gebruik van de enige manier van transport (naast de traditionele kano), een speedboot. Samen met Hendra en een enorme boekenkast die ook op het bootje meemoest, propte ik mij tussen de kast en de zitting van het achterbankje. Vol gas voeren we 35 km stroomopwaarts de jungle in. Aan de rechterkant het nationaal park en aan de linkerkant palmolie plantages en rubberplantages. Rijst is in dit gebied niet mogelijk omdat de rijst in de brakke (zoet/zout) grond niet goed groeit. En wat had ik gelachen als we die kast waren verloren, niet aardig, ik weet het, maar toch...

We verbleven in het huis van mr. Soehada en zijn vrouw. Deze mensen hebben geen baan en zijn dolblij met het verblijf van toeristen. Er is rondom het Nationaal Park een enorm tekort aan werk. Er mag geen hout gekapt worden om nieuw grondgebied voor agricultuur te creëren. Er zijn maar een paar landeigenaren en de rest van de mensen helpen op het land als er werk is. Maar dat is een paar maanden per seizoen. Kortom, Hendra probeert door het eco toerisme werk en zo inkomsten uit toerisme te genereren voor de locals rondom het park.

Vroeg in de ochtend stonden we op om verder met de kano het gebied in te peddelen en een kilometer of 10 een heel klein riviertje op te varen. Wat een avontuur. En probeer je te realiseren: je vaart in een kano (die zo lek is als een mandje) over een pittig stromend riviertje stroomopwaarts. Ik roeide samen met Samsu, de canoe-driver (Hendra bleek of niet in conditie te zijn, of toch wel een tikkeltje last te hebben waar wel meer Indonesiërs mee zijn geboren, een bepaalde oerluiheid). Anyway, ik vond het heerlijk om mijn armen weer eens te gebruiken en roeide met plezier de rivier op samen met Samsu. Ondertussen zagen we van allerlei diersoorten. Schildpadden, Gibbon en andere aaprsoorten. Het water was bloedrood en om over een klein beekje als dit, door het prachtige woud, te varen was een genot.

Eenmaal aangekomen bij het startpunt voor de trekking, op zoek naar de Orang-oetan, moesten we 2 km door een diep moeras waden. Op de blote voetjes maar weer. Een maal aangekomen op het punt waar we rond een berg zouden trekken, haalde ik mijn voeten uit de modder en was ik hevig toe aan een aansteker. Ik had een bloedzuiger of 15 verzameld op mijn voeten en benen die al aardige proportie begonnen aan te nemen. De muggen waren verschrikkelijk, het zweten trekt extra muggen aan. De Deet was perfect. Blijven smeren en je redt het wel.

De trekking was net als in het andere gedeelte van het nationaal park geweldig. We bleven nog twee dagen en trokken door het gebied, maar naast het indrukwekkende mannetje op de eerste dag, hebben we alleen nog de apen in de verte nesten horen bouwen, maar dan was het al te laat om er naar toe te trekken. We moesten immers nog stroom af in de kano richting ons overnachtingsadres. Eenmaal op de grote rivier wachtte de zonsondergang op ons. Beeldschoon.

Zaterdagmorgen zoefden we weer over de Milano Rivier naar Melano. Vanuit daar was het 120 KM op de crossmotor van Hendra naar Ketapang. De rest van de dag hebben we besteed aan het bouwen van een website op mijn MacBook.
Ik ga ze helpen om op korte termijn de informatievoorziening van het park te optimaliseren. Een goed stuk inzenden in de Eenzame Planeet en het online zetten van een goede site. Ik heb een meeting voorbereidt met Hendra met zijn baas, zodat hij succesvol zal zijn in het communiceren van de urgentie van het bouwen van een site.
En ik heb er een goed en leuk contact bij; Hendra 2.

Hierbij nodig ik iedereen uit om een trekking te maken door de jungle van Kalimantan (Borneo) in “Gunung Palung Nationaal Park ”de experience van je leven!”

Nu is het zondag 22 juni en zit ik in het vliegtuig van Ketapang-Pontianac-Jakarta-Bali en ben aan het landen in Bali. Morgen trek ik naar Lombok om richting het nationaal park te reizen alwaar de een na hoogste berg (vulkaan) van Indonesië ligt. Ik wil een 4-daagse tocht gaan maken.

Ik realiseer me dat diegene die het tot hier gered heeft een lang stuk heeft gelezen, maar ik hoop dat je een beetje hebt kunnen proeven - en net als ik hebt kunnen genieten - van wat ik heb meegemaakt...

Mensen, ik ben heel gelukkig,

S.

KLIK
voor de foto's van mijn avontuur

woensdag 11 juni 2008

Java en de Gili Islands en mijn reis voor de komende maand...

Eenmaal op 27 april in YogYakarta (Java) aangekomen nadat ik Bandung (nog steeds Java) had verlaten, had ik een prima paar rustige dagen. Naast een paar heerlijke nachten en ettelijke voetmassages, bezocht ik de Burubodur en de Pramadan tempels. Ik moet zeggen dat ik wel verwend ben geworden want na mijn tweede bezoek aan de tempels van Angkor samen met Suzan de eerste keer (2000) en de tweede keer tijdens mijn reis nu samen met Nina, was deze toeristische attractie wat echt een hit moet zijn voor mij niet wat ik er van verwacht had... Misschien waren mijn verwachtingen te hoog, ik weet het niet. (Kijk zelf en vergelijk)Vermoedelijk begin ik verwend te worden... Wat wel interessant is om te vermelden is dat de tempels op het moment gerestaureerd worden na een hevige aardbeving in juni 2006. Ook is het opmerkelijk dat de schade redelijk beperkt werd door de bouwstijl. De grote tempels bleven staan door de manier waarop de stenen destijds werden opgestapeld. Men is uiterst druk om alle stenen weer op de oorspronkelijke plaats te metselen en het ziet er allemaal vergeleken met de tempels van Angkor, die ook gerestaureerd worden maar juist zo typisch zijn om ligging in de jungle en begroeiing van de jungle, zeer gelikt uit.

De volgende ochtend stond ik om 03:00 naast mijn bed om een van de meest adembenemende momenten van mijn leven mee te maken. Met een jeep reden we naar een viewpoint op 3700 meter. Daar keken we naar de zonsopgang, verschrikkelijk koud (iets boven het 0-punt), maar meer dan de moeite waard, ver boven de top van de vulkaan Bromo, Merapi en een derde vulkaan, waarvan ik me de naam niet meer kan herinneren. Bromo en de Merapi spuwden beiden mooie door het ochtendrood gekleurde wolken stof en stoom uit en het was een miraculeuze aanschouwing. Ongelofelijk mooi.

Begin juni arriveerde ik op Bali, na een 13 uur lange reis in een minibus, ferry en touringcar. Bali, een vakantieoord waar velen van ons reeds geweest zijn.
“Kuta Beach”, tja wat moet ik zeggen...? Veel Zweedse heel erg blonde vrouwelijke scholieren, met aan hun zijde een heleboel veel te dronken Australische surfers. Het leek na mijn solistische reis wel koninginnedag. En daar had ik opeens geen zin in.

Ik wilde graag goed leren surfen en zoals je kunt zien op mijn Picasaweb, had ik mijn eerste meters al gemaakt op “Batu Karas” mijn vorige paradijselijke woonplaats. Maar op Kuta, waren de golven slecht. Ze braken direct en waren niet geschikt om het surfen onder de knie te krijgen. Wat dat betreft had ik beter in Batu Karas kunnen blijven. Maar na drie toeristen te hebben gesproken op Java in de laatste drie weken had ik echt zin in wat mensen om mij heen. Het verbaasde me dan ook heel erg dat ik eigenlijk niet kon genieten in Kuta. Nu is Kuta het Salau van Bali en dat verveelde al snel. Ik had prima een bus kunnen nemen en af kunnen reizen naar een verlaten beach ergens anders op Bali want ik voelde me alleen tussen velen.
Er bekroop me een gevoel dat ik voor de eerste keer zo’n ontzettende zin had om gewoon weer eens op een terras in Amsterdam te zitten tussen mijn goede maatjes en te praten in het Nederlands over niets anders dan het alledaagse.
Ik kreeg een e-mail van mijn vader met een update van de doorgestuurde post naar Rijpwetering.
Gefeliciteerd allemaal! Er zijn weer veel nieuwe ouders, opa’s en oma’s en dus hoeveel kinderen zijn er wel niet geboren en wat gaan er weer veel mensen trouwen...! Alles gaat door in Nederland en dat is maar goed ook.

Op 3 juni sprak ik een jongen die de volgende dag vertrok naar de “Gili Islands". Meteen verkocht. Klik even op de volgende link, lieve mensen wat is het hier mooi!
Ik kocht drie boeken en kocht mijn ferry ticket. Eenmaal op de ferry heb ik mij verbaasd over het fenomeen drijfvermogen van vele tonnen verroest staal. De “Lombok Street” (zo heet dit water tussen Lombok en Bali geloof ik) schijnt een van de diepste wateren ter wereld te zijn. Het kan bij zwaar weer een onstuimige kolkende massa water worden en de buitenkant van de ferry, het aanschouwen deze gatenkaas, deed mij realiseren dat het rustige weer een zegen was.... Dat dit schip gevuld met vrachtwagens, kippen, geiten en vooral mensen, nog bleef drijven was een wonder.

Aangekomen op Lombok namen we een mini-van naar het Noordwesten van het eiland. Daar vertrok een klein houten bootje in de schemering naar de Gili Islands. Een prachtige trip van een minuut of 45. In de verte zagen we de zonsondergang achter de hoogste berg van Bali. Lieve lezers, een diep gevoel van geluk overmeesterde mij, wat mooi.

Wat is er nu zo bijzonder aan deze Gili eilanden? Allereerst, het is hier prachtig, hagelwitte stranden, paradijselijke palmen en verbasend genoeg, er is hier geen politie. Ze komen één keer per week vanuit Lombok. De bewoners betalen ze, laten ze lekker eten en hebben nog nooit problemen gehad.
De eilanden vallen dan ook onder de wet van Lombok, maar zijn volledig zelf regulerend. Zo is besloten dat er per dag, per eiland, niet meer dan 20 strand verkopertjes mogen lobyen met hun verkoopwaar. Je kent ze wel als je ooit door Azie hebt gereisd: die lui die je de hele dag stalken met kettingen, kralen en armbanden: “for your future wife my friend...” Dat bepaal ik dus zelf wel wat ik voor mijn future wife koop.... Moet ik haar eerst tegenkomen...
Kortom, door deze regeling heb je niet zoals in India of Vietnam iedere minuut een Aziaat op je rug die met je meelift, maar je kunt hier gewoon lekker rond lopen en genieten zonder continue gek gemaakt te worden.

Er zijn drie eilanden (even een copy/past en voor diegenen die geen engels spreken, bel me even, dan leg ik het even uit...)
  • Gili Trawangan: or "Gili T" is by far the most developed with plenty of backpacker options and one swanky resort. There are no dogs on the island but according to one local, there are more cats here than people. The local population is around 800. There is no police on the island and all problems are usually settled by the local "council".
  • Gili Meno: the smallest and quietest, low-key with some simple places to stay.
  • Gili Air: closest to the mainland and with the largest local population.

En het klopt, er zijn hier gigantisch veel katten. Ik heb dus ook nog geen muis of rat gezien.

Als je veel alleen bent, lange bus/trein tochten maakt is er simpelweg heel veel tijd om na te denken over het verleden. Veel van wat me is overkomen is me inmiddels steeds duidelijker en dit proces geeft me rust. Maar ik moet oppassen voor een grote valkuil, het moet geen leven in het verleden worden. Ik ga door allerlei fases, maar ik denk dat dat een logisch gevolg is van het feit dat er zeeën van tijd zijn om terug te gaan in het verleden en heerlijk te mijmeren.
Het is soms een raar gevoel om te leven als een reiziger, veel in de natuur, tussen rust en volmaakt geluk, maar een andere kant is er ook een vorm van gezonde en ik ben eerlijk, soms een moeilijke eenzaamheid. Reizen is mooi, reizen is prachtig, je ontmoet zoveel interessante mensen, maar de andere kant is bij tijd en wijle leeg. Je krijgt nooit de kans om echt goed iemand te leren kennen. Het blijft oppervlakkig, wat natuurlijk ook zijn voordelen heeft.... Heb je geen zin meer om met iemand op te trekken, is een simpel afscheid de oplossing..., heerlijk en gemakkelijk. “Sorry, plannen gewijzigd, jij ging toch naar Lombok, ik heb besloten naar Java te gaan”.

Vanochtend stond ik om 05:45 op om een volmaakte zonsopgang te zien vanaf een hagelwit strand op Gili Meno. Dan verdampt het hier boven beschreven gevoel als een druppel op een gloeiende plaat en voel je je de grootste winnaar op aarde.

Om terug te komen op Bali: ik wilde weg uit Kuta, maar wist nog niet of ik naar het Oosten zou trekken omdat ik anders misschien in de knoop zou komen met mijn visum.
Voor wat betreft het aanvragen van een visum: Indonesië heeft een meer dan interessant visum systeem. Ik heb er al eerder over geschreven, maar het komt er kort op neer dat je na 30 dagen het land weer moet vertrekken. Een duur ticket moet kopen, een stempel over de grens haalt en weer terug kan komen. Het irriteert de Indonesische toeristische industrie, want veel reizigers verkorten daarom hun verblijf in Indonesië.
Ik vlieg dus op de 12e juni naar Kuching (zuidelijke deel Borneo van Oostelijk Maleisie), regel in Maleisië mijn visum voor een tweede maand Indonesië en trek dan door Borneo naar het zuidelijkste puntje waar ik een trektocht ga maken door de rimboe om onze roodharige voorouders, de Oerang Oetangs te bezoeken. Ik kwam er gisteren achter dat ik ook middels steekpenningen een verlenging van mijn visum kon regelen voor 1.2 mln. Rupiah ($120) vanaf Bali. Maarja, ik had mijn ticket naar Kuching al en wil graag het minst toeristische eiland door, Kalimantan (Borneo). Kortom ik zet mijn plan door en vlieg morgen (12 juni) van Denpassar naar Kuching.
Ik ben voor het eerst enigszins nerveus omdat ik weet dat ik heel lang geen toeristen ga tegenkomen. En dat het spreken van Indonesisch eigenlijk wel een vereiste is om door Kalimantan te reizen. Maargoed, het avontuur trekt me. Voor diegenen die het leuk vinden om op de kaart te kijken: ik reis van Kuchin naar Pontianac per bus. (Er zijn geen treinen op Kalimantan). Ik had een hele treinreis gepland over het eiland van noord naar zuid, met behulp van een kaart die ik in een plaatselijke boekhandel kocht. Na een week kwam ik er achter dat er helemaal geen treinen zijn op het eiland. Ik kon het niet geloven. Op de kaart stonden eindeloos veel treinverbindingen. Kaart dus maar in het ronde archief van mijn hotelkamer achter gelaten.... De enthousiasteling die deze kaart vervaardigde moet te veel op de Gili Islands geweest zijn en enigszins van de kaart zijn geraakt van het hallucinerende effect van de “Magic Mushrooms...”

Na Pontianac ga ik met een boot naar Ketapang. Daar is onlangs een Nationaal park geopend, “Gunung Palun National Park”, er wordt onderzoek gedaan naar de Oerang Oetangs . Het park is nog nauwelijks te bezoeken door reizigers, maar ik ga het proberen. Vervolgens vlieg ik naar Pangkalan Bun om door te reizen naar “Tanjun National Park” Vliegen schijnt een must te zijn omdat het wegennet erg slecht is op Kalimantan en het reizen over land zeeen van tijd in beslag neemt.
Dit park kan je alleen per boot in en schijnt echt heftig te zijn om zijn flora en fauna. Naast de voederplaatsen voor de Oerang Oetangs, zul allerlei bedreigde aap soorten, krokodillen, papagaaien en allerlei andere wilde dieren zien vanaf de boot. Dit moet een groots succes worden!
Vervolgens vlieg ik terug naar Lombok om daar een van de hoogte toppen van Indonesië te beklimmen en vervolgens vanuit daar inderdaad naar het oosten te trekken en de kleine Indo eilanden te bezoeken. Maargoed, dit zijn de plannen en tot nu toe liep alles anders dan mijn uiteindelijke marginale planning....

Goed lieve mensen, dit is het weer. Ik hoop dat jullie er een beetje door hebben kunnen komen en dat jullie een goede tijd hebben in de Nederlanden.

Keep you posted.

S.

Als je nog niet hebt doorgeklikt op de linkjes kun je hier klikken en mijn pics bekijken