woensdag 11 juni 2008

Java en de Gili Islands en mijn reis voor de komende maand...

Eenmaal op 27 april in YogYakarta (Java) aangekomen nadat ik Bandung (nog steeds Java) had verlaten, had ik een prima paar rustige dagen. Naast een paar heerlijke nachten en ettelijke voetmassages, bezocht ik de Burubodur en de Pramadan tempels. Ik moet zeggen dat ik wel verwend ben geworden want na mijn tweede bezoek aan de tempels van Angkor samen met Suzan de eerste keer (2000) en de tweede keer tijdens mijn reis nu samen met Nina, was deze toeristische attractie wat echt een hit moet zijn voor mij niet wat ik er van verwacht had... Misschien waren mijn verwachtingen te hoog, ik weet het niet. (Kijk zelf en vergelijk)Vermoedelijk begin ik verwend te worden... Wat wel interessant is om te vermelden is dat de tempels op het moment gerestaureerd worden na een hevige aardbeving in juni 2006. Ook is het opmerkelijk dat de schade redelijk beperkt werd door de bouwstijl. De grote tempels bleven staan door de manier waarop de stenen destijds werden opgestapeld. Men is uiterst druk om alle stenen weer op de oorspronkelijke plaats te metselen en het ziet er allemaal vergeleken met de tempels van Angkor, die ook gerestaureerd worden maar juist zo typisch zijn om ligging in de jungle en begroeiing van de jungle, zeer gelikt uit.

De volgende ochtend stond ik om 03:00 naast mijn bed om een van de meest adembenemende momenten van mijn leven mee te maken. Met een jeep reden we naar een viewpoint op 3700 meter. Daar keken we naar de zonsopgang, verschrikkelijk koud (iets boven het 0-punt), maar meer dan de moeite waard, ver boven de top van de vulkaan Bromo, Merapi en een derde vulkaan, waarvan ik me de naam niet meer kan herinneren. Bromo en de Merapi spuwden beiden mooie door het ochtendrood gekleurde wolken stof en stoom uit en het was een miraculeuze aanschouwing. Ongelofelijk mooi.

Begin juni arriveerde ik op Bali, na een 13 uur lange reis in een minibus, ferry en touringcar. Bali, een vakantieoord waar velen van ons reeds geweest zijn.
“Kuta Beach”, tja wat moet ik zeggen...? Veel Zweedse heel erg blonde vrouwelijke scholieren, met aan hun zijde een heleboel veel te dronken Australische surfers. Het leek na mijn solistische reis wel koninginnedag. En daar had ik opeens geen zin in.

Ik wilde graag goed leren surfen en zoals je kunt zien op mijn Picasaweb, had ik mijn eerste meters al gemaakt op “Batu Karas” mijn vorige paradijselijke woonplaats. Maar op Kuta, waren de golven slecht. Ze braken direct en waren niet geschikt om het surfen onder de knie te krijgen. Wat dat betreft had ik beter in Batu Karas kunnen blijven. Maar na drie toeristen te hebben gesproken op Java in de laatste drie weken had ik echt zin in wat mensen om mij heen. Het verbaasde me dan ook heel erg dat ik eigenlijk niet kon genieten in Kuta. Nu is Kuta het Salau van Bali en dat verveelde al snel. Ik had prima een bus kunnen nemen en af kunnen reizen naar een verlaten beach ergens anders op Bali want ik voelde me alleen tussen velen.
Er bekroop me een gevoel dat ik voor de eerste keer zo’n ontzettende zin had om gewoon weer eens op een terras in Amsterdam te zitten tussen mijn goede maatjes en te praten in het Nederlands over niets anders dan het alledaagse.
Ik kreeg een e-mail van mijn vader met een update van de doorgestuurde post naar Rijpwetering.
Gefeliciteerd allemaal! Er zijn weer veel nieuwe ouders, opa’s en oma’s en dus hoeveel kinderen zijn er wel niet geboren en wat gaan er weer veel mensen trouwen...! Alles gaat door in Nederland en dat is maar goed ook.

Op 3 juni sprak ik een jongen die de volgende dag vertrok naar de “Gili Islands". Meteen verkocht. Klik even op de volgende link, lieve mensen wat is het hier mooi!
Ik kocht drie boeken en kocht mijn ferry ticket. Eenmaal op de ferry heb ik mij verbaasd over het fenomeen drijfvermogen van vele tonnen verroest staal. De “Lombok Street” (zo heet dit water tussen Lombok en Bali geloof ik) schijnt een van de diepste wateren ter wereld te zijn. Het kan bij zwaar weer een onstuimige kolkende massa water worden en de buitenkant van de ferry, het aanschouwen deze gatenkaas, deed mij realiseren dat het rustige weer een zegen was.... Dat dit schip gevuld met vrachtwagens, kippen, geiten en vooral mensen, nog bleef drijven was een wonder.

Aangekomen op Lombok namen we een mini-van naar het Noordwesten van het eiland. Daar vertrok een klein houten bootje in de schemering naar de Gili Islands. Een prachtige trip van een minuut of 45. In de verte zagen we de zonsondergang achter de hoogste berg van Bali. Lieve lezers, een diep gevoel van geluk overmeesterde mij, wat mooi.

Wat is er nu zo bijzonder aan deze Gili eilanden? Allereerst, het is hier prachtig, hagelwitte stranden, paradijselijke palmen en verbasend genoeg, er is hier geen politie. Ze komen één keer per week vanuit Lombok. De bewoners betalen ze, laten ze lekker eten en hebben nog nooit problemen gehad.
De eilanden vallen dan ook onder de wet van Lombok, maar zijn volledig zelf regulerend. Zo is besloten dat er per dag, per eiland, niet meer dan 20 strand verkopertjes mogen lobyen met hun verkoopwaar. Je kent ze wel als je ooit door Azie hebt gereisd: die lui die je de hele dag stalken met kettingen, kralen en armbanden: “for your future wife my friend...” Dat bepaal ik dus zelf wel wat ik voor mijn future wife koop.... Moet ik haar eerst tegenkomen...
Kortom, door deze regeling heb je niet zoals in India of Vietnam iedere minuut een Aziaat op je rug die met je meelift, maar je kunt hier gewoon lekker rond lopen en genieten zonder continue gek gemaakt te worden.

Er zijn drie eilanden (even een copy/past en voor diegenen die geen engels spreken, bel me even, dan leg ik het even uit...)
  • Gili Trawangan: or "Gili T" is by far the most developed with plenty of backpacker options and one swanky resort. There are no dogs on the island but according to one local, there are more cats here than people. The local population is around 800. There is no police on the island and all problems are usually settled by the local "council".
  • Gili Meno: the smallest and quietest, low-key with some simple places to stay.
  • Gili Air: closest to the mainland and with the largest local population.

En het klopt, er zijn hier gigantisch veel katten. Ik heb dus ook nog geen muis of rat gezien.

Als je veel alleen bent, lange bus/trein tochten maakt is er simpelweg heel veel tijd om na te denken over het verleden. Veel van wat me is overkomen is me inmiddels steeds duidelijker en dit proces geeft me rust. Maar ik moet oppassen voor een grote valkuil, het moet geen leven in het verleden worden. Ik ga door allerlei fases, maar ik denk dat dat een logisch gevolg is van het feit dat er zeeën van tijd zijn om terug te gaan in het verleden en heerlijk te mijmeren.
Het is soms een raar gevoel om te leven als een reiziger, veel in de natuur, tussen rust en volmaakt geluk, maar een andere kant is er ook een vorm van gezonde en ik ben eerlijk, soms een moeilijke eenzaamheid. Reizen is mooi, reizen is prachtig, je ontmoet zoveel interessante mensen, maar de andere kant is bij tijd en wijle leeg. Je krijgt nooit de kans om echt goed iemand te leren kennen. Het blijft oppervlakkig, wat natuurlijk ook zijn voordelen heeft.... Heb je geen zin meer om met iemand op te trekken, is een simpel afscheid de oplossing..., heerlijk en gemakkelijk. “Sorry, plannen gewijzigd, jij ging toch naar Lombok, ik heb besloten naar Java te gaan”.

Vanochtend stond ik om 05:45 op om een volmaakte zonsopgang te zien vanaf een hagelwit strand op Gili Meno. Dan verdampt het hier boven beschreven gevoel als een druppel op een gloeiende plaat en voel je je de grootste winnaar op aarde.

Om terug te komen op Bali: ik wilde weg uit Kuta, maar wist nog niet of ik naar het Oosten zou trekken omdat ik anders misschien in de knoop zou komen met mijn visum.
Voor wat betreft het aanvragen van een visum: Indonesië heeft een meer dan interessant visum systeem. Ik heb er al eerder over geschreven, maar het komt er kort op neer dat je na 30 dagen het land weer moet vertrekken. Een duur ticket moet kopen, een stempel over de grens haalt en weer terug kan komen. Het irriteert de Indonesische toeristische industrie, want veel reizigers verkorten daarom hun verblijf in Indonesië.
Ik vlieg dus op de 12e juni naar Kuching (zuidelijke deel Borneo van Oostelijk Maleisie), regel in Maleisië mijn visum voor een tweede maand Indonesië en trek dan door Borneo naar het zuidelijkste puntje waar ik een trektocht ga maken door de rimboe om onze roodharige voorouders, de Oerang Oetangs te bezoeken. Ik kwam er gisteren achter dat ik ook middels steekpenningen een verlenging van mijn visum kon regelen voor 1.2 mln. Rupiah ($120) vanaf Bali. Maarja, ik had mijn ticket naar Kuching al en wil graag het minst toeristische eiland door, Kalimantan (Borneo). Kortom ik zet mijn plan door en vlieg morgen (12 juni) van Denpassar naar Kuching.
Ik ben voor het eerst enigszins nerveus omdat ik weet dat ik heel lang geen toeristen ga tegenkomen. En dat het spreken van Indonesisch eigenlijk wel een vereiste is om door Kalimantan te reizen. Maargoed, het avontuur trekt me. Voor diegenen die het leuk vinden om op de kaart te kijken: ik reis van Kuchin naar Pontianac per bus. (Er zijn geen treinen op Kalimantan). Ik had een hele treinreis gepland over het eiland van noord naar zuid, met behulp van een kaart die ik in een plaatselijke boekhandel kocht. Na een week kwam ik er achter dat er helemaal geen treinen zijn op het eiland. Ik kon het niet geloven. Op de kaart stonden eindeloos veel treinverbindingen. Kaart dus maar in het ronde archief van mijn hotelkamer achter gelaten.... De enthousiasteling die deze kaart vervaardigde moet te veel op de Gili Islands geweest zijn en enigszins van de kaart zijn geraakt van het hallucinerende effect van de “Magic Mushrooms...”

Na Pontianac ga ik met een boot naar Ketapang. Daar is onlangs een Nationaal park geopend, “Gunung Palun National Park”, er wordt onderzoek gedaan naar de Oerang Oetangs . Het park is nog nauwelijks te bezoeken door reizigers, maar ik ga het proberen. Vervolgens vlieg ik naar Pangkalan Bun om door te reizen naar “Tanjun National Park” Vliegen schijnt een must te zijn omdat het wegennet erg slecht is op Kalimantan en het reizen over land zeeen van tijd in beslag neemt.
Dit park kan je alleen per boot in en schijnt echt heftig te zijn om zijn flora en fauna. Naast de voederplaatsen voor de Oerang Oetangs, zul allerlei bedreigde aap soorten, krokodillen, papagaaien en allerlei andere wilde dieren zien vanaf de boot. Dit moet een groots succes worden!
Vervolgens vlieg ik terug naar Lombok om daar een van de hoogte toppen van Indonesië te beklimmen en vervolgens vanuit daar inderdaad naar het oosten te trekken en de kleine Indo eilanden te bezoeken. Maargoed, dit zijn de plannen en tot nu toe liep alles anders dan mijn uiteindelijke marginale planning....

Goed lieve mensen, dit is het weer. Ik hoop dat jullie er een beetje door hebben kunnen komen en dat jullie een goede tijd hebben in de Nederlanden.

Keep you posted.

S.

Als je nog niet hebt doorgeklikt op de linkjes kun je hier klikken en mijn pics bekijken

Geen opmerkingen: